Sugata Mitra: Can kids teach themselves?

Vertaald door: Jan Luyten Nagekeken door: Els De Keyser

I have a tough job to do.

Ik heb hier een zware job.

You know, when I looked at the profile of the audience here,

Wanneer ik keek naar het profiel van het publiek hier,

with their connotations and design, in all its forms,

met alle connotaties en titels, in al zijn vormen,

and with so much and so many people working

en met zo veel mensen die werken

on collaborative and networks, and so on, that I wanted to tell you,

aan samenwerkingsverbanden, netwerken, enzovoort, dan wou ik toch zeggen:

I wanted to build an argument for primary education

ik wou een betoog opbouwen voor basisonderwijs

in a very specific context.

in een zeer specifieke context.

In order to do that in 20 minutes, I have to bring out four ideas --

Om dit in 20 minuten te kunnen doen wil ik vier ideeën ontwikkelen -

it's like four pieces of a puzzle.

zoals vier stukken van een puzzel.

And if I succeed in doing that,

Als ik daarin slaag

maybe you would go back with the thought

kan je misschien terug naar huis keren met de idee

that you could build on, and perhaps help me do my work.

dat je verder kan bouwen en mij misschien kan helpen bij mijn werk.

The first piece of the puzzle is remoteness

Het eerste deel van de puzzel is afstand

and the quality of education.

en de kwaliteit van het onderwijs.

Now, by remoteness, I mean two or three different kinds of things.

Met afstand bedoel ik twee of drie verschillende zaken.

Of course, remoteness in its normal sense, which means

Natuurlijk is er afstand in zijn normale betekenis. Dat wil zeggen

that as you go further and further away

dat als je verder en verder weg gaat

from an urban center, you get to remoter areas.

van een centrum, je terechtkomt in meer afgelegen gebieden.

What happens to education?

Wat gebeurt daar met het onderwijs?

The second, or a different kind of remoteness

Een tweede en andere soort van afstand

is that within the large metropolitan areas all over the world,

is die binnen de grote agglomeraties over de hele wereld.

you have pockets, like slums, or shantytowns, or poorer areas,

Je hebt er kleine gebieden, zoals sloppenwijken, of armere gebieden,

which are socially and economically remote

die sociaal of economisch achtergesteld zijn

from the rest of the city, so it's us and them.

ten opzichte van de rest van de stad. Het is dus 'wij' en 'zij'.

What happens to education in that context?

Wat gebeurt er met onderwijs in deze context?

So keep both of those ideas of remoteness.

Houd beide ideeën van afstand in gedachten.

We made a guess. The guess was that schools in remote areas

We deden een gok. We gokten dat de scholen in afgelegen gebieden

do not have good enough teachers.

geen leerkrachten hadden die degelijk genoeg zijn.

If they do have, they cannot retain those teachers.

Als ze die hebben, kunnen ze die niet houden;

They do not have good enough infrastructure.

ze hebben geen degelijke infrastructuur

And if they had some infrastructure,

En als ze dan infrastructuur hebben,

they have difficulty maintaining it.

hebben ze moeilijkheden om die te onderhouden.

But I wanted to check if this is true. So what I did last year was

Ik wou nagaan of dit waar is. Dus dit is wat ik vorig jaar deed.

we hired a car, looked up on Google,

We huurden een auto en zochten op in Google.

found a route into northern India from New Delhi

We vonden een route van New Dehli tot Noord-India

which, you know, which did not cross any big cities

waarbij we geen grote steden kruisten

or any big metropolitan centers. Drove out about 300 kilometers,

of grote centra. We reden ongeveer 300 kilometer verder.

and wherever we found a school, administered a set of standard tests,

Waar we een school vonden, namen we een set van standaardtests af.

and then took those test results and plotted them on a graph.

We namen de testresultaten en zetten die uit op een grafiek.

The graph was interesting, although you need to consider it carefully.

De grafiek was interessant, alhoewel je die nauwkeurig dient te interpreteren.

I mean, this is a very small sample; you should not generalize from it.

Het is een zeer kleine steekproef; je moet niet gaan veralgemenen.

But it was quite obvious, quite clear,

Het was vrij duidelijk, heel klaar,

that for this particular route that I had taken,

voor deze gekozen route die ik genomen had:

the remoter the school was, the worse its results seemed to be.

hoe verder gelegen de school was, hoe zwakker de resultaten leken te zijn.

That seemed a little damning,

Dat lijkt een beetje een doemscenario.

and I tried to correlate it with things like infrastructure,

Ik zocht de correlatie met dingen zoals infrastructuur

or with the availability of electricity, and things like that.

of de beschikbaarheid van elektriciteit en zo'n dingen.

To my surprise, it did not correlate.

Tot mijn verrassing was die er niet.

It did not correlate with the size of classrooms.

Er was geen correlatie met de afmeting van de klaslokalen.

It did not correlate with the quality of the infrastructure.

Er was geen correlatie met de kwaliteit van de infrastructuur.

It did not correlate with the poverty levels. It did not correlate.

Er was geen correlatie met armoedeniveaus. Er was geen correlatie.

But what happened was that when I administered a questionnaire

Maar wanneer ik een vragenlijst afnam

to each of these schools, with one single question for the teachers -- which was,

in elk van deze scholen, met één enkele vraag voor de leerkrachten, namelijk:

"Would you like to move to an urban, metropolitan area?" --

wou je graag verhuizen naar een verstedelijkt gebied?

69 percent of them said yes. And as you can see from that,

dan zei 69 procent van hen ja. Meer nog,

they say yes just a little bit out of Delhi,

ze zeggen ja van net buiten Dehli

and they say no when you hit the rich suburbs of Delhi --

en ze zeggen neen wanneer je toekomt in de rijke buitenwijken van Dehli --

because, you know, those are relatively better off areas --

omdat dit de betere gebieden zijn.

and then from 200 kilometers out of Delhi, the answer is consistently yes.

Vanaf 200 kilometer buiten Dehli is het antwoord steeds consequent ja.

I would imagine that a teacher who comes or walks into class

Ik kan me voorstellen dat een leraar die binnenkomt in een klas

every day thinking that, I wish I was in some other school,

en elke dag denkt dat hij liever in een andere school zou zijn,

probably has a deep impact on what happens to the results.

dat dit waarschijnlijk een serieuze impact heeft op de resultaten.

So it looked as though teacher motivation and teacher migration

Het zag ernaar uit dat de motivatie en migratie van de leerkrachten

was a powerfully correlated thing with what was happening in primary schools,

sterk correleerden met wat gebeurde in de basisscholen,

as opposed to whether the children have enough to eat,

in tegenstelling tot de vraag of de kinderen genoeg te eten hebben,

and whether they are packed tightly into classrooms

en of ze dicht samengepakt zijn in klaslokalen

and that sort of thing. It appears that way.

en dat soort dingen. Zo lijkt het.

When you take education and technology, then I find in the literature that,

Wanneer je praat over onderwijstechnologie, dan vind ik in de literatuur

you know, things like websites, collaborative environments --

dat dingen zoals websites, elektronische leeromgevingen,

you've been listening to all that in the morning --

de dingen waarnaar je de hele morgen geluisterd hebt,

it's always piloted first in the best schools, the best urban schools,

steeds beginnen in de beste scholen, de beste stedelijke scholen.

and, according to me, biases the result.

Volgens mij is vooringenomenheid het resultaat.

The literature -- one part of it, the scientific literature --

De literatuur, één deel daarvan, de wetenschappelijke literatuur,

consistently blames ET as being over-hyped and under-performing.

beschuldigt OT er constant van over-hyped te zijn en ondermaats te presteren.

The teachers always say, well, it's fine, but it's too expensive for what it does.

De leerkrachten zeggen steeds: het is goed, maar het is te duur voor wat het doet.

Because it's being piloted in a school where the students are already getting,

Omdat het wordt uitgetest in een school waar leerlingen reeds

let's say, 80 percent of whatever they could do.

laat ons zeggen, 80 procent halen op wat ze daar ook maar doen.

You put in this new super-duper technology, and now they get 83 percent.

Je introduceert deze fantastische technologie, en nu halen ze 83 procent.

So the principal looks at it and says,

Dan bekijkt de directeur het systeem en zegt:

3 percent for 300,000 dollars? Forget it.

3 procent voor 300.000 dollar? Vergeet het maar!

If you took the same technology and piloted it into one of those remote schools,

Als je dezelfde technologie neemt en introduceert in deze verafgelegen scholen

where the score was 30 percent, and, let's say, took that up to 40 percent --

waar de score 30 procent was, en laat ons zeggen, ze zou kunnen optrekken naar 40 procent

that will be a completely different thing.

dan zou dat een volledig andere zaak zijn.

So the relative change that ET, Educational Technology, would make,

Zo kan de relatieve verandering die OT, onderwijstechnologie, zou veroorzaken

would be far greater at the bottom of the pyramid than at the top,

veel groter zijn aan de basis dan aan de top van de piramide.

but we seem to be doing it the other way about.

Maar we lijken het andersom te doen.

So I came to this conclusion that ET should reach

Zo kwam ik tot de conclusie dat OT eerst

the underprivileged first, not the other way about.

de minder bevoorrechten zou moeten bereiken, niet andersom.

And finally came the question of, how do you tackle teacher perception?

En tenslotte kwam de vraag: hoe kan ik de perceptie van de leerkracht veranderen?

Whenever you go to a teacher and show them some technology,

Telkens als je naar een leerkracht gaat en hem technologie laat zien

the teacher's first reaction is,

is zijn eerste reactie:

you cannot replace a teacher with a machine -- it's impossible.

je kan een leraar niet vervangen door een machine -- dat is onmogelijk.

I don't know why it's impossible, but, even for a moment,

Ik weet niet waarom dat onmogelijk is, maar

if you did assume that it's impossible -- I have a quotation from Sir Arthur C. Clarke,

zelfs als je veronderstelt dat het onmogelijk is -- ik heb een quote van Sir Arthur C.Clarke,

the science fiction writer whom I met in Colombo,

de science fiction-schrijver die ik ontmoette in Colombo,

and he said something which completely solves this problem.

en hij vertelde me iets dat het probleem onmiddellijk oplost.

He said a teacher than can be replaced by a machine, should be.

Hij zei dat de leraar die kan vervangen worden door een machine, ook zou moeten vervangen worden.

So, you know, it puts the teacher into a tough bind, you have to think.

Dat plaatst de leerkracht in een moeilijke positie, zou je denken.

Anyway, so I'm proposing that an alternative primary education,

Hoe dan ook, ik stel voor dat een alternatieve basisschool,

whatever alternative you want, is required where schools don't exist,

voor welk alternatief je ook kiest, nodig is waar geen scholen zijn,

where schools are not good enough, where teachers are not available

waar scholen niet goed genoeg zijn, waar leraars niet beschikbaar zijn,

or where teachers are not good enough, for whatever reason.

of waar de leraars niet goed genoeg zijn, om welke reden ook.

If you happen to live in a part of the world where none of this applies,

Indien je ergens ter wereld woont waar dat niet van toepassing is,

then you don't need an alternative education.

dan heb je ook deze alternatieve opleiding niet nodig.

So far I haven't come across such an area, except for one case. I won't name the area,

Tot nu toe ben ik zo'n streken nog niet tegengekomen, behalve die ene keer. Ik zal de streek niet noemen,

but somewhere in the world people said, we don't have this problem,

maar ergens in de wereld zegden de mensen dat ze dat probleem niet hadden,

because we have perfect teachers and perfect schools.

omdat ze perfecte leerkrachten en perfecte scholen hadden.

There are such areas, but -- anyway, I'd never heard that anywhere else.

Er bestaan zulke streken, maar -- hoe dan ook , ik heb het nergens anders gehoord.

I'm going to talk about children and self-organization,

Ik ga jullie vertellen over kinderen en zelf-organisatie

and a set of experiments which sort of led to this idea

en een set van experimenten die leidden tot de idee

of what might an alternative education be like.

van hoe een alternatieve scholing eruit zou kunnen zien.

They're called the hole-in-the-wall experiments.

Ze worden gat-in-de-muur-experimenten genoemd.

I'll have to really rush through this. They're a set of experiments.

Ik moet hier snel doorheen lopen. Het gaat over een reeks experimenten.

The first one was done in New Delhi in 1999.

Het eerste vond plaats in New Delhi in 1999.

And what we did over there was pretty much simple.

En wat we daar deden was vrij simpel.

I had an office in those days which bordered a slum, an urban slum,

Ik had een kantoor dat paalde aan een sloppenwijk, een sloppenwijk in de stad,

so there was a dividing wall between our office and the urban slum.

er was dus een muur tussen ons kantoor en de stedelijke sloppenwijk.

They cut a hole inside that wall --

Ze maakten een gat in deze muur --

which is how it has got the name hole-in-the-wall --

vandaar kwam de naam gat-in-de-muur

and put a pretty powerful PC into that hole, sort of embedded into the wall

en er werd een vrij krachtige PC in het gat geplaatst, ingewerkt in de muur

so that its monitor was sticking out at the other end,

zodat de monitor eruit stak aan de andere zijde,

a touchpad similarly embedded into the wall,

een touchpad werd evenzo ingewerkt in de muur.

put it on high-speed Internet, put the Internet Explorer there,

We zetten er hoge snelheid internet en Internet Explorer op,

put it on Altavista.com -- in those days -- and just left it there.

daarbij dan altavista.com -- in die dagen -- en lieten het daarbij.

And this is what we saw.

En dit is wat we zagen.

So that was my office in IIT. Here's the hole-in-the-wall.

Zo, dat was mijn kantoor in IT. Hier is het gat-in-de-muur.

About eight hours later, we found this kid.

Ongeveer acht uur later vonden we dit kind.

To the right is this eight-year-old child who --

Rechts staat een achtjarig kind

and to his left is a six-year-old girl, who is not very tall.

en links van hem een zesjarig meisje dat niet erg groot is.

And what he was doing was, he was teaching her to browse.

Wat hij aan het doen was: hij leerde haar browsen.

So it sort of raised more questions than it answered.

Dat deed meer vragen rijzen dan het beantwoordde.

Is this real? Does the language matter,

Is dit echt? Doet de taal ertoe,

because he's not supposed to know English?

omdat hij niet verondersteld is om Engels te kennen?

Will the computer last, or will they break it and steal it

Zal de computer het houden, of zullen ze hem stuk maken en stelen,

-- and did anyone teach them?

-- en heeft iemand het hen geleerd?

The last question is what everybody said, but you know,

De laatste vraag is wat iedereen zei: "Maar weet je,

I mean, they must have poked their head over the wall

ze moeten toch hun hoofd over de muur gestoken hebben

and asked the people in your office,

en de mensen in je kantoor gevraagd:

can you show me how to do it, and then somebody taught him.

kan je me eens tonen hoe ik dit hier kan doen, en dan leerde iemand het hen."

So I took the experiment out of Delhi and repeated it,

Daarom nam ik het experiment mee buiten Dehli en herhaalde het,

this time in a city called Shivpuri in the center of India,

deze keer in een stad, Chifpuri genaamd, in het midden van India

where I was assured that nobody had ever taught anybody anything.

waar men mij verzekerde dat niemand ooit iemand iets had geleerd.

(Laughter)

(Gelach)

So it was a warm day, and the hole in the wall

Het was dus op een warme dag, en het gat-in-de-muur

was on that decrepit old building. This is the first kid who came there;

bevond zich in dit afgeleefde gebouw. Dit is het eerste kind dat er kwam.

he later on turned out to be a 13-year-old school dropout.

Hij bleek later een 13-jaar oude schoolverlater te zijn.

He came there and he started to fiddle around with the touchpad.

Hij kwam er en begon te knoeien met het touchpad.

Very quickly, he noticed that when he moves his finger on the touchpad

Heel snel merkte hij dat wanneer hij zijn vinger bewoog over het touchpad

something moves on the screen --

er iets bewoog op het scherm --

and later on he told me, "I have never seen a television

later vertelde hij me dat hij nooit een televisie had gezien

where you can do something."

waar je zoiets kan doen.

So he figured that out. It took him over two minutes

Hij ontdekte dat zelf. Het kostte hem twee minuten

to figure out that he was doing things to the television.

om te ontdekken dat hijzelf dingen deed op de televisie.

And then, as he was doing that, he made an accidental click

Terwijl hij dat deed, klikte hij per ongeluk

by hitting the touchpad -- you'll see him do that.

door het touchpad aan te raken -- je zult het hem hier zien doen.

He did that, and the Internet Explorer changed page.

Hij deed dit, en Internet Explorer veranderde van pagina.

Eight minutes later, he looked from his hand to the screen,

Acht minuten later keek hij van zijn hand naar het scherm,

and he was browsing: he was going back and forth.

en hij was aan het surfen. Hij ging vooruit en achteruit.

When that happened, he started calling all the neighborhood children,

Toen dat gebeurde begon hij al de buurtkinderen te roepen,

like, children would come and see what's happening over here.

"Kinderen kom eens kijken wat er hier gebeurt!"

And by the evening of that day, 70 children were all browsing.

Tegen de avond van die dag waren 70 kinderen allen aan het browsen.

So eight minutes and an embedded computer

Acht minuten en een ingebouwde computer

seemed to be all that we needed there.

leek alles te zijn wat we daar nodig hadden.

So we thought that this is what was happening:

Dit is wat we dachten dat er gebeurde:

that children in groups can self-instruct themselves

dat kinderen in groepen zichzelf kunnen aanleren

to use a computer and the Internet. But under what circumstances?

om een computer en internet te gebruiken. Maar onder welke omstandigheden?

At this time there was a -- the main question was about English.

Op dat moment was -- de belangrijkste vraag ging over het Engels.

People said, you know, you really ought to have this in Indian languages.

Mensen zeiden dat we dit eigenlijk in Indische talen zouden moeten hebben

So I said, have what, shall I translate the Internet

Ik antwoordde: "Zal ik het internet vertalen

into some Indian language? That's not possible.

in enkele Indische talen? Dat is niet mogelijk."

So, it has to be the other way about.

Daarom zou het andersom moeten.

But let's see, how do the children tackle the English language?

Maar laat ons eens zien, hoe pakken de kinderen de Engelse taal aan?

I took the experiment out to northeastern India,

Ik nam het experiment mee naar het Noordoosten van India,

to a village called Madantusi,

naar een dorp, Madantusi genaamd,

where, for some reason, there was no English teacher,

waar er, om welke reden ook, geen Engelse leraar was,

so the children had not learned English at all.

waardoor de kinderen er helemaal geen Engels hadden geleerd.

And I built a similar hole-in-the-wall.

Ik bouwde een soortgelijk gat-in-de-muur.

One big difference in the villages, as opposed to the urban slums:

Een groot verschil in de dorpen, in tegenstelling tot de stadssloppenwijken:

there were more girls than boys who came to the kiosk.

er waren meer meisjes dan jongens die naar de kiosk kwamen.

In the urban slums, the girls tend to stay away.

In de stedelijke sloppenwijken leken de meisjes weg te blijven.

I left the computer there with lots of CDs -- I didn't have any Internet --

Ik liet er een computer achter met een heleboel CD's -- ik had er geen internet --

and came back three months later.

en kwam drie maanden later terug.

So when I came back there, I found these two kids,

Toen ik terugkwam vond ik deze twee kinderen,

eight- and 12-year-olds, who were playing a game on the computer.

8 en 12 jaar oud, die een spel speelden op de computer.

And as soon as they saw me they said,

Zodra ze me zagen vertelden ze me:

"We need a faster processor and a better mouse."

"We hebben een snellere processor en een betere muis nodig."

(Laughter)

(Gelach)

I was real surprised.

Ik was echt verrast.

You know, how on earth did they know all this?

In hemelsnaam, hoe wisten ze dit allemaal?

And they said, "Well, we've picked it up from the CDs."

Ze zeiden: "we hebben dit opgepikt van de CD's."

So I said, "But how did you understand what's going on over there?"

Ik antwoordde: "Maar hoe hebben jullie begrepen waarover dit gaat?"

So they said, "Well, you've left this machine

Ze zeiden: "Je liet hier een machine

which talks only in English, so we had to learn English."

die enkel Engels sprak. Daarom moesten we Engels leren."

So then I measured, and they were using 200 English words with each other

Toen deed ik een meting, en ze gebruikten 200 Engelse woorden onder elkaar

-- mispronounced, but correct usage --

-- fout uitgesproken, maar correct gebruikt --

words like exit, stop, find, save, that kind of thing,

woorden zoals exit, stop, find, save, dat soort dingen,

not only to do with the computer but in their day-to-day conversations.

niet enkel bij de computer, maar ook in hun dagdagelijkse gesprekken.

So, Madantusi seemed to show that language is not a barrier;

Madantusi leek dus aan te tonen dat taal geen hinderpaal hoeft te zijn.

in fact they may be able to teach themselves the language

In feite zijn ze misschien in staat om zichzelf de taal aan te leren

if they really wanted to.

als ze dat zelf zouden willen.

Finally, I got some funding to try this experiment out

Tot slot kreeg ik wat fondsen om dit experiment verder uit te bouwen,

to see if these results are replicable, if they happen everywhere else.

om te zien of de resultaten herhaalbaar zijn, of op andere plaatsen hetzelfde gebeurde.

India is a good place to do such an experiment in,

India is een goeie plek om zo'n experiment te doen

because we have all the ethnic diversities, all the -- you know,

omdat we heel veel etnische diversiteit hebben, alle

the genetic diversity, all the racial diversities,

genetische diversiteit, alle raciale diversiteit,

and also all the socio-economic diversities.

en eveneens alle socio-economische diversiteit.

So, I could actually choose samples to cover a cross section

Daardoor kon ik voorbeelden kiezen om een dwarsdoorsnede

that would cover practically the whole world.

van ongeveer de hele wereld te omvatten.

So I did this for almost five years, and this experiment

Daardoor deed ik dus dit experiment gedurende bijna vijf jaren.

really took us all the way across the length and breadth of India.

Dat bracht ons helemaal doorheen de lengte en breedte van India.

This is the Himalayas. Up in the north, very cold.

Dit is de Himalaya, helemaal in het noorden, heel koud.

I also had to check or invent an engineering design

Ik moest ook nakijken of een technisch ontwerp bedenken

which would survive outdoors, and I was using regular, normal PCs,

dat in open lucht zou overleven. Ik gebruikte reguliere normale PC's.

so I needed different climates, for which India is also great,

Daarom had ik verschillende klimaten nodig, waarvoor India eveneens zeer geschikt is,

because we have very cold, very hot, and so on.

omdat we er zeer koud, zeer heet, enzovoort... hebben.

This is the desert to the west. Near the Pakistan border.

Er is de woestijn in het westen, nabij de Pakistaanse grens.

And you see here a little clip of -- one of these villages --

Je ziet hier een kleine clip van een van deze dorpen.

the first thing that these children did was to find a website

Het eerste wat deze kinderen deden was een website zoeken

to teach themselves the English alphabet.

om zichzelf het Engelse alfabet te leren.

Then to central India -- very warm, moist, fishing villages,

Dan naar centraal India -- zeer warm, vochtig, vissersdorpen

where humidity is a very big killer of electronics.

waar de vochtigheid een grote vijand van elektronica is.

So we had to solve all the problems we had

Daar moesten we al onze problemen oplossen

without air conditioning and with very poor power,

zonder dat we airconditioning hadden en met erg weinig stroom.

so most of the solutions that came out used little blasts of air

De meeste oplossingen gebruikten kleine luchtverplaatsingen

put at the right places to keep the machines running.

op de juiste plaatsen om de machines draaiend te houden.

I want to just cut this short. We did this over and over again.

Ik wil dit kort houden. We deden dit opnieuw en opnieuw.

This sequence is also nice. This is a small child, a six-year-old,

Deze sequentie is ook mooi. Dit is een klein kind, zes jaar oud,

telling his eldest sister what to do.

dat zijn oudste zus vertelt hoe ze het moet doen.

And this happens very often with these computers,

Dit gebeurt zeer vaak bij deze computers,

that the younger children are found teaching the older ones.

dat er jongere kinderen gevonden worden die aan ouderen aan het lesgeven zijn.

What did we find? We found that six- to 13-year-olds can self-instruct

Wat ontdekten we? We ontdekten dat zes- tot dertienjarigen zichzelf kunnen

in a connected environment,

onderwijzen in een geconnecteerde omgeving

irrespective of anything that we could measure.

afgezien van andere dingen die we konden meten.

So if they have access to the computer, they will teach themselves, including intelligence.

Als ze toegang hebben tot de computer zullen ze zichzelf onderwijzen, intelligentie inbegrepen.

I couldn't find a single correlation with anything, but it had to be in groups.

Ik kon geen correlatie vinden met iets anders, maar het moest in groepen zijn.

And that may be of great, you know, interest to this group,

Dat kan een groot belang hebben voor deze groep,

because all of you are talking about groups.

omdat jullie allemaal praten over groepen.

So here was the power of what a group of children can do,

Hier ging het over de kracht van wat een groep kinderen kan doen

if you lift the adult intervention.

als je de tussenkomst van volwassenen wegneemt.

Just a quick idea of the measurements.

Nog een snel idee van de metingen.

We took standard statistical techniques, so I'm going to not talk about that.

We gebruikten standaard statistische technieken, daarom ga ik daar niet over praten.

But we got a clean learning curve,

We bekwamen een mooie leercurve

almost exactly the same as what you would get in a school.

bijna exact dezelfde dan die je in een school zou bekomen.

I'll leave it at that,

Ik zal het daarbij laten,

because, I mean, it sort of says it all, doesn't it?

omdat dit toch alles zegt, is het niet?

What could they learn to do?

Wat konden ze leren doen?

Basic Windows functions, browsing, painting, chatting and email,

Basisfuncties van Windows, browsen, tekenen met paint, chatten, e-mailen,

games and educational material, music downloads, playing video.

spellen en leerprogramma's, muziek downloaden, filmpjes afspelen.

In short, what all of us do.

Kortom, alles wat wij doen.

And over 300 children will become computer literate

Meer dan 300 kinderen leren met een computer omgaan.

and be able to do all of these things in six months with one computer.

Ze zullen al deze dingen kunnen doen binnen de zes maanden, met één computer.

So, how do they do that?

Hoe doen ze dat?

If you calculated the actual time of access,

Als je de eigenlijke toegangstijd berekent

it would work out to minutes per day,

zou het neerkomen op minuten per dag.

so that's not how it's happening.

Dat is dus niet hoe het gebeurt.

What you have, actually, is there is one child operating the computer.

Wat we in feite hebben, is dat er één kind de computer bedient.

And surrounding him are usually three other children,

Rond hem staan er gewoonlijk drie andere kinderen

who are advising him on what they should do.

die hem vertellen wat hij zou moeten doen.

If you test them, all four will get the same scores in whatever you ask them.

Indien je hen zou testen, dan zouden ze alle vier dezelfde score halen op gelijk wat je hen zou vragen.

Around these four are usually a group of about 16 children,

Rond deze vier kinderen staat er gewoonlijk een groep van ongeveer 16 kinderen

who are also advising, usually wrongly,

die ook adviseren, gewoonlijk foutief,

about everything that's going on on the computer.

over alles wat er gebeurt bij de computer.

And all of them also will clear a test given on that subject.

Ook zij allen zullen slagen in een test over dat onderwerp.

So they are learning as much by watching as they learn by doing.

Ze leren evenveel door te kijken als door te doen.

It seems counter-intuitive to adult learning,

Het lijkt tegengesteld-intuïtief ten opzichte van het volwassen leren,

but remember, eight-year-olds live in a society

maar onthoud, 8-jarigen leven in een maatschappij

where most of the time they are told, don't do this,

waar hun het grootste gedeelte van de tijd gezegd wordt wat ze niet moeten doen -

you know, don't touch the whiskey bottle.

weet je, raak die whiskeyfles niet aan!

So what does the eight-year-old do?

Dus wat doet de achtjarige?

He observes very carefully how a whiskey bottle should be touched.

Hij bekijkt heel aandachtig hoe de whiskeyfles zou moeten behandeld worden.

And if you tested him,

En als je hem zou testen,

he would answer every question correctly on that topic.

zou hij elke vraag over dat onderwerp correct beantwoorden.

So, they seem to be able to acquire very quickly.

Ze lijken dit allemaal heel gemakkelijk te kunnen verwerven.

So what was the conclusion over the six years of work?

Wat was dan de conclusie van meer dan zes jaar werk?

It was that primary education can happen on its own,

Het was dat basisonderwijs vanzelf kan gebeuren,

or parts of it can happen on its own.

delen ervan kunnen vanzelf gebeuren.

It does not have to be imposed from the top downwards.

Het moet niet opgelegd worden van bovenaf.

It could perhaps be a self-organizing system, so that was

Het kan misschien een zichzelf organiserend systeem zijn.

the second bit that I wanted to tell you,

Dat was het tweede stuk dat ik jullie wou vertellen,

that children can self-organize and attain an educational objective.

dat kinderen zichzelf kunnen organiseren en een onderwijsdoel kunnen bereiken.

The third piece was on values, and again, to put it very briefly,

Het derde deel gaat over waarden, en opnieuw, om kort te gaan,

I conducted a test over 500 children spread across all over India,

voerde ik een test uit bij 500 kinderen, verspreid over heel India.

and asked them -- I gave them about 68 different

Ik vroeg hen -- ik gaf hen ongeveer 68 verschillende

values-oriented questions and simply asked them their opinions.

waarden-georiënteerde vragen en vroeg hen eenvoudig naar hun idee daarover.

We got all sorts of opinions. Yes, no or I don't know.

We kregen alle soorten opinies. Ja, neen, of ik weet het niet.

I simply took those questions where I got 50 percent yeses and 50 percent noes --

Ik nam de vragen waar ik 50% ja's en 50% neens kreeg.

so I was able to get a collection of 16 such statements.

Zo kreeg ik een verzameling van 16 dergelijke stellingen.

These were areas where the children were clearly confused,

Dit waren dus gebieden waar de kinderen duidelijk verward over waren

because half said yes and half said no.

omdat de helft ja en de helft neen zei.

A typical example being, "Sometimes it is necessary to tell lies."

Een typisch voorbeeld: soms is het nodig om leugens te vertellen.

They don't have a way to determine which way to answer this question;

Ze hebben geen manier om te bepalen hoe ze deze vraag moeten beantwoorden.

perhaps none of us do.

Misschien heeft niemand van ons die.

So I leave you with this third question.

Dus laat ik jullie deze derde vraag:

Can technology alter the acquisition of values?

Kan technologie de manier waarop je waarden verwerft veranderen?

Finally, self-organizing systems,

Tenslotte de zelfregulerende systemen,

about which, again, I won't say too much

waarover ik weer niet veel zal zeggen,

because you've been hearing all about it.

omdat jullie hierover al heel wat hoorden.

Natural systems are all self-organizing:

Natuurlijke systemen zijn allemaal zelfregulerend:

galaxies, molecules, cells, organisms, societies --

zonnestelsels, moleculen, cellen, organismen, maatschappijen, ...

except for the debate about an intelligent designer.

afgezien van het debat over een inteligente ontwerper.

But at this point in time, as far as science goes,

Op dit punt in de tijd, zo ver de wetenschap reikt,

it's self-organization.

is het zelforganisatie.

But other examples are traffic jams, stock market, society

Andere voorbeelden zijn verkeersfiles, aandelenmarkten, de maatschappij,

and disaster recovery, terrorism and insurgency.

en herstel van rampen, terrorisme en opstanden.

And you know about the Internet-based self-organizing systems.

Je kent ook internetgebaseerde zelfregulerende systemen.

So here are my four sentences then.

Hier zijn mijn vier besluiten dan.

Remoteness affects the quality of education.

Afstand beïnvloedt de kwaliteit van onderwijs.

Educational technology should be introduced into remote areas first,

Onderwijskundige technologie zou eerst moeten geïntroduceerd worden in veraf gelegen gebieden

and other areas later.

en pas later in andere gebieden.

Values are acquired; doctrine and dogma are imposed --

Waarden zijn verworven; doctrines en dogma zijn opgelegd --

the two opposing mechanisms.

de twee tegengestelde mechanismen.

And learning is most likely a self-organizing system.

Leren is waarschijnlijk een zichzelf regulerend systeem.

If you put all the four together, then it gives -- according to me --

Als ik deze vier samenvoeg, dan geeft dit -- volgens mij --

it gives us a goal, a vision, for educational technology.

het geeft ons een doel, een visie voor onderwijstechnologie.

An educational technology and pedagogy that is digital, automatic,

Een onderwijstechnologie en pedagogie die digitaal is, automatisch,

fault-tolerant, minimally invasive, connected and self-organized.

fout-tolerant, minimaal invasief, verbonden en zichzelf organiserend.

As educationists, we have never asked for technology; we keep borrowing it.

Als onderwijskundigen hebben we nooit om technologie gevraagd. We blijven ze lenen.

PowerPoint is supposed to be considered a great educational technology,

PowerPoint wordt verondersteld om een fantastische onderwijskundige tool te zijn.

but it was not meant for education, it was meant for making boardroom presentations.

Het was nochtans niet bedoeld voor het onderwijs, het was ontworpen om presentaties te maken voor bedrijven.

We borrowed it. Video conferencing. The personal computer itself.

We hebben ze ontleend. Videoconferenties. De PC zelf.

I think it's time that the educationists made their own specs,

Ik denk dat het tijd is dat de onderwijskundigen eens zelf zeggen wat hun vereisten zijn.

and I have such a set of specs. This is a brief look at that.

Ik heb zo een set vereisten. Dit is er een kort overzicht van.

And such a set of specs should produce the technology

Zo'n set vereisten zou de technologie moeten creëren

to address remoteness, values and violence.

om tegemoet te komen aan afstand, waarden en geweld.

So I thought I'd give it a name -- why don't we call it "outdoctrination."

Ik gaf het dus een naam -- waarom noemen we het niet de "uit-doctrinatie"?

And could this be a goal for educational technology in the future?

Zou dit niet het doel kunnen zijn voor onderwijstechnologie in de toekomst?

So I want to leave that as a thought with you.

Dat wou ik jullie als gedachte aanreiken.

Thank you.

Dank u.

(Applause)

(Applaus)