How do viruses jump from animals to humans? - Ben Longdon

Vertaald door: Lisette Feenstra Nagekeken door: Oeds Eilander

At a Maryland country fair in 2017,

Op een jaarmarkt in Maryland in 2017 zagen de prijsvarkens er ziek uit.

the prize pigs were not looking their best.

Farmers reported feverish hogs with inflamed eyes and running snouts.

Boeren maakten melding van koortsige varkens met rode ogen en loopneuzen.

But while fair officials worried about the pigs,

Terwijl de marktleiding zich zorgen maakte over de varkens,

the Maryland department of health was concerned about a group of sick fairgoers.

was het Ministerie van Volksgezondheid bezorgd over zieke marktbezoekers.

Some had pet the pigs, while others had merely been near their barns;

Sommigen hadden de dieren aangeraakt,

terwijl anderen slechts bij de schuren waren geweest.

but soon, 40 of these attendees would be diagnosed with swine flu.

Vrij snel werd bij veertig bezoekers varkensgriep vastgesteld.

More often than not, sick animals don’t infect humans.

Mensen worden meestal niet besmet door zieke dieren.

But when they do, these cross-species infections,

Maar als het voorkomt,

kan zo'n intersoortelijke besmetting,

or viral host jumps,

of virusoverdracht,

have the potential to produce deadly epidemics.

tot dodelijke epidemieën leiden.

So how can pathogens from one species infect another,

Hoe kan een virus van de ene soort een andere soort besmetten

and what makes host jumps so dangerous?

en wat maakt de overdracht tussen gastheren zo gevaarlijk?

Viruses are a type of organic parasite infecting nearly all forms of life.

Virussen zijn organische parasieten, die alle levensvormen infecteren.

To survive and reproduce, they must move through three stages:

Om te overleven en zich voort te planten doorlopen ze drie stadia:

contact with a susceptible host, infection and replication,

contact met een ontvankelijke gastheer,

infectie en vermenigvuldiging,

and transmission to other individuals.

en overdracht naar ander mensen.

As an example, let’s look at human influenza.

Als voorbeeld het menselijke griepvirus.

First, the flu virus encounters a new host

Eerst vindt het virus een nieuwe gastheer en dringt binnen via de luchtwegen.

and makes its way into their respiratory tract.

This isn’t so difficult, but to survive in this new body,

Dit is niet zo moeilijk,

maar om hier te overleven, moet het virus een infectie veroorzaken

the virus must mount a successful infection

before it’s caught and broken down by an immune response.

voor het door het immuunsysteem wordt gevonden en afgebroken.

To accomplish this task,

Om deze taak te volbrengen,

viruses have evolved specific interactions with their host species.

gaan virussen specifieke interacties in het gastlichaam aan.

Human flu viruses are covered in proteins

Het griepvirus is bedekt met proteïnes

adapted to bind with matching receptors on human respiratory cells.

die binden met receptoren in de luchtwegcellen.

Once inside a cell, the virus employs additional adaptations

Eenmaal in een cel zet het virus diverse adaptaties in

to hijack the host cell’s reproductive machinery

om het celvernieuwingsproces te kapen en zich voort te planten.

and replicate its own genetic material.

Now the virus only needs to suppress or evade the host’s immune system

Nu moet het virus alleen nog lang genoeg het immuunsysteem ontwijken of bedwingen

long enough to replicate to sufficient levels and infect more cells.

om tot de juiste aantallen uit te groeien en meer cellen te infecteren.

At this point, the flu can be passed on to its next victim

Nu kan de griep overgebracht worden op het volgende slachtoffer,

via any transmission of infected bodily fluid.

via alle geïnfecteerde lichaamssappen.

However, this simple sneeze also brings the virus in contact with pets,

Echter, met één simpele nies

komt het virus ook in contact met huisdieren, planten of je lunch.

plants, or even your lunch.

Viruses are constantly encountering new species and attempting to infect them.

Virussen komen steeds in contact met nieuwe soorten

en proberen deze ook te infecteren.

More often than not, this ends in failure.

Dit mislukt vaak.

In most cases, the genetic dissimilarity between the two hosts is too great.

Meestal zijn de gastheren genetisch te verschillend.

For a virus adapted to infect humans,

Voor een virus dat is aangepast om mensen ziek te maken,

a lettuce cell would be a foreign and inhospitable landscape.

is een slacel een vreemd en ontoegankelijk gebied.

But there are a staggering number of viruses circulating in the environment,

Maar er bewegen zich verbijsterend veel virussen om ons heen,

all with the potential to encounter new hosts.

die op ieder moment nieuwe gastheren kunnen tegenkomen.

And because viruses rapidly reproduce by the millions,

En omdat virussen zich snel vermenigvuldigen,

they can quickly develop random mutations.

kunnen ze vrij snel willekeurige mutaties creëren.

Most mutations will have no effect, or even prove detrimental;

De meeste mutaties zijn ineffectief of blijken zichzelf te schaden,

but a small proportion may enable the pathogen to better infect a new species.

maar soms kan een ziektewekker ineens een nieuwe soort aanvallen.

The odds of winning this destructive genetic lottery increase over time,

De kans dat een virus deze dodelijke genetische loterij wint,

wordt groter naarmate tijd verstrijkt

or if the new species is closely related to the virus’ usual host.

of als de nieuwe soort veel lijkt op z'n gebruikelijke gastheer.

For a virus adapted to another mammal,

Een virus dat is gericht op een bepaald zoogdier,

infecting a human might just take a few lucky mutations.

kan soms binnen enkele mutaties een mens besmetten.

And a virus adapted to chimpanzees,

Een virus dat gericht is op chimpansees,

one of our closest genetic relatives, might barely require any changes at all.

een soort waar we genetisch nauw verwant mee zijn,

behoeft mogelijk vrijwel geen verandering.

It takes more than time and genetic similarity

Tijd en genetische verwantschap alleen zijn echter niet genoeg

for a host jump to be successful.

voor een succesvolle virusoverdracht.

Some viruses come equipped to easily infect a new host’s cells,

Sommige virussen infecteren met gemak cellen,

but are then unable to evade an immune response.

maar zijn niet in staat een afweerreactie te ontwijken.

Others might have a difficult time transmitting to new hosts.

Anderen hebben problemen met het overdragen op nieuwe gastheren.

For example, they might make the host’s blood contagious,

Ze maken bijvoorbeeld het bloed van de gastheer besmettelijk,

but not their saliva.

maar niet het speeksel.

However, once a host jump reaches the transmission stage,

Maar zodra het virus overgedragen kan worden.

the virus becomes much more dangerous.

wordt het virus pas echt gevaarlijk.

Now gestating within two hosts,

Nu het zich in twee gastheren bevindt,

the pathogen has twice the odds of mutating into a more successful virus.

heeft een ziektekiem twee keer zoveel kans om in een veel beter virus te veranderen.

And each new host increases the potential for a full-blown epidemic.

En iedere nieuwe besmetting verhoogt de kans op een pandemie.

Virologists are constantly looking for mutations

Virologen zoeken constant naar mutaties die ervoor zorgen

that might make viruses such as influenza more likely to jump.

dat virussen zoals het griepvirus, zich makkelijker verspreiden.

However, predicting the next potential epidemic is a major challenge.

Maar het is moeilijk om een nieuwe epidemie te voorspellen.

There’s a huge diversity of viruses that we’re only just beginning to uncover.

Er zijn talloze virussen die we nog moeten ontdekken.

Researchers are tirelessly studying the biology of these pathogens.

Onderzoekers zijn druk bezig om deze ziekteverwekkers te bestuderen.

And by monitoring populations to quickly identify new outbreaks,

En door populaties te controleren om snel nieuwe uitbraken vast te stellen,

they can develop vaccines and containment protocols to stop these deadly diseases.

kunnen ze vaccins en protocols ontwikkelen om deze dodelijke ziektes te stoppen.