How your brain's executive function works -- and how to improve it | Sabine Doebel

Translator: Leslie Gauthier Reviewer: Joanna Pietrulewicz

Vertaald door: Laurie van Es Nagekeken door: Peter van de Ven

So I have a confession to make.

Ik moet jullie iets bekennen.

I only recently learned how to drive.

Ik heb pas sinds kort mijn rijbewijs.

And it was really hard.

Het was een lastig traject.

Now, this wasn't an older brain thing.

En dit had niets te maken met een ouder brein.

Do you remember what it was like when you first learned how to drive?

Weet je nog hoe het voelde toen je voor het eerst in een lesauto zat?

When every decision you made was so conscious and deliberate?

Toen je iedere beslissing nog bewust en weloverwogen nam?

I'd come home from my lessons completely wiped out mentally.

Na mijn rijlessen was ik mentaal steeds compleet uitgeput.

Now, as a cognitive scientist I know that this is because I was using

Als cognitief wetenschapper weet ik dat dit kwam

a lot of something called executive function.

doordat ik veel vroeg van de zogenaamde controlefunctie van mijn hersenen.

Executive function is our amazing ability to consciously control our thoughts,

Deze functie maakt het mogelijk onze gedachten te bepalen

emotions and actions

en zo ook onze emoties en acties,

in order to achieve goals ...

om zo bepaalde doelen te bereiken ...

like learning how to drive.

zoals het halen van je rijbewijs.

It's what we use when we need to break away from habit,

We hebben dit nodig om gewoonten te doorbreken,

inhibit our impulses and plan ahead.

impulsen te beheersen en om te plannen.

But we can see it most clearly when things go wrong.

Maar we zijn ons vooral ervan bewust als er iets misgaat.

Like, have you ever accidentally poured orange juice on your cereal?

Heb je wel eens per ongeluk jus d'orange over je cornflakes gegoten?

(Laughter)

(Gelach)

Or, ever start scrolling on Facebook

Of zo druk door Facebook gescrold

and suddenly realize you've missed a meeting?

dat je daardoor een afspraak vergat?

(Laughter)

(Gelach)

Or maybe this one's more familiar:

Wellicht komt dit je bekend voor:

Ever plan to stop at the store on the way home from work

van plan zijn boodschappen te doen onderweg naar huis,

and then drive all the way home instead on autopilot?

maar in plaats daarvan automatisch doorrijden naar huis?

(Laughter)

(Gelach)

These things happen to everyone.

Dit soort dingen overkomt iedereen.

And we usually call it absentmindedness,

Vaak noemen we het afwezigheid,

but what's really happening

maar wat er echt gebeurt,

is we're experiencing a lapse in executive function.

is dat de controlefunctie hapert.

So we use executive function every day in all aspects of our lives.

Deze functie gebruiken we iedere dag, op meerdere vlakken.

And over the past 30 years,

En in de laatste 30 jaar,

researchers have found that it predicts all kinds of good things

hebben onderzoekers ontdekt dat dit allerlei goede dingen belooft,

in childhood and beyond,

voor zowel in de kindertijd als daarna,

like social skills, academic achievement, mental and physical health,

zoals sociale en academische vaardigheden, mentale en lichamelijke gezondheid,

making money, saving money

geld verdienen, geld sparen

and even staying out of jail.

en zelfs op vrije voet blijven.

Sounds great, doesn't it?

Klinkt goed, nietwaar?

So it's no surprise

Het is dan ook niet gek

that researchers like me are so interested in understanding it

dat onderzoekers zoals ik deze zo graag willen leren begrijpen

and figuring out ways to improve it.

en manieren willen bedenken deze te verbeteren.

But lately, executive function has become a huge self-improvement buzzword.

Maar de laatste tijd is een hype ontstaan rondom zelfhulp en de controlefunctie.

People think you can improve it through brain-training iPhone apps

Er wordt gedacht dat deze te verbeteren is door middel van apps

and computer games,

en computerspelletjes,

or by practicing it in a specific way, like playing chess.

of door specifieke prikkeling, zoals het spelen van een schaakspel.

And researchers are trying to train it in the lab

Onderzoekers proberen het in het lab te trainen,

in the hopes of improving it and other things related to it,

hopende het te verbeteren --

alsook dingen die ermee samenhangen, zoals intelligentie.

like intelligence.

Well, I'm here to tell you

Ik kan je vertellen

that this way of thinking about executive function is all wrong.

dat deze manier van kijken naar deze functie helemaal verkeerd is.

Brain training won't improve executive function in a broad sense

Hersentraining zal de uitvoerende functie niet in brede zin verbeteren,

because it involves exercising it in a narrow way,

omdat deze hiermee slechts beperkt uitgeoefend wordt,

outside of the real-world contexts in which we actually use it.

buiten de context waarin we deze daadwerkelijk gebruiken.

So you can master that executive function app on your phone,

Ook al beheers je die oefen-app op je telefoon volledig,

but that's not going to help you stop pouring OJ on your Cheeerios twice a week.

dat zal er nog niet voor zorgen dat je geen J d'O meer over je Cheerios giet.

(Laughter)

(Gelach)

If you really want to improve your executive function

Als je de controlefunctie écht wil verbeteren,

in a way that matters for your life,

zodat het je leven beïnvloedt,

you have to understand how it's influenced by context.

dan zal je de invloed van context moeten leren begrijpen.

Let me show you what I mean.

Laat me een voorbeeld geven.

There's a great test that we use in the lab

Er is een goede test die we in het lab toepassen

to measure executive function in young children

om de functie te meten bij jonge kinderen:

called the "dimensional change card sort."

de 'dimensionale kaartsortering'.

In this task, kids have to sort cards in one way --

Hierbij moeten kinderen kaarten op een bepaalde manier sorteren --

like by shape --

bijvoorbeeld op vorm --

over and over until they build up a habit.

steeds weer, tot het een gewoonte wordt.

And then they're asked to switch

Dan wordt hen gevraagd te switchen

and sort the same cards in another way,

en dezelfde kaarten op een andere manier te sorteren,

like by color.

bijvoorbeeld op kleur.

Now, really young kids struggle with this.

Heel jonge kinderen vinden dit lastig.

Three- and four-year-olds will usually keep sorting the cards in the old way

Drie- en vierjarigen blijven de kaarten vaak op de oude manier sorteren,

no matter how many times you remind them of what they should be doing.

ongeacht hoe vaak je ze eraan herinnert wat de nieuwe taak is.

(Video) Woman: If it's blue, put it here. If it's red, put it here.

(Video) Vrouw: Blauw gaat hierin. Rood gaat hierin.

Here's a blue one.

Hier heb je een blauwe.

OK, so now we're going to play a different game.

Oké, nu gaan we een ander spelletje spelen.

We're not going to play the color game anymore.

We gaan niet meer het kleurenspel spelen.

Now we're going to play the shape game,

Nu gaan we het vormspel spelen.

and in the shape game,

In dit spel

all the stars go here and all the trucks go here, OK?

moeten alle sterren hierheen en alle vrachtwagens hierheen, oké?

Stars go here, trucks go here.

Sterren hier, vrachtwagens hier.

Where do the stars go?

Waar komen de sterren?

And where do the trucks go?

En de vrachtwagens?

Excellent.

Uitstekend.

OK, stars go here, trucks go here.

Oké, sterren hier, vrachtwagens hier.

Here's a truck.

Hier is een vrachtwagen.

(Laughter)

(Gelach)

Stars go here, trucks go here.

Sterren komen hier, vrachtwagens komen hier.

Here's a star.

Hier is een ster.

(Laughter)

(Gelach)

SB: So it's really compelling,

Het is dus heel boeiend

and it's really obvious when she fails to use her executive function.

en heel duidelijk wanneer ze faalt haar controlefunctie te gebruiken.

But here's the thing:

Maar het zit zo:

we could train her on this task and others like it

we kunnen haar trainen op deze en soortgelijke taken

and eventually she'd improve,

en uiteindelijk zou ze er beter in worden,

but does that mean

maar betekent dat

that she would've improved her executive function outside of the lab?

dat daarmee ook haar controlefunctie buiten het lab verbetert?

No, because in the real world, she'll need to use executive function

Nee, want in de echte wereld heeft ze deze functie nodig

to do a lot more than switching between shape and color.

voor veel meer dan alleen wisselen tussen vorm en kleur.

She'll need to switch from adding to multiplying

Daar moet ze schakelen tussen optellen en vermenigvuldigen,

or from playing to tidying up

of tussen spelen en opruimen,

or from thinking about her own feelings to thinking about her friend.

of tussen denken over eigen gevoelens en denken aan haar vriendin.

And success in real-world situations depends on things

En succes in de echte wereld

hangt af van dingen als hoe gemotiveerd je bent

like how motivated you are and what your peers are doing.

en wat je collega's doen.

And it also depends on the strategies that you execute

En het hangt ook af van de strategieën die je toepast

when you're using executive function in a particular situation.

bij het inzetten van je controlefunctie in een bepaalde situatie.

So what I'm saying is that context really matters.

Wat ik wil aangeven is dat die context er echt toe doet.

Now let me give you an example from my research.

Laat me je een voorbeeld geven vanuit mijn onderzoek.

I recently brought in a bunch of kids to do the classic marshmallow test,

Onlangs heb ik een aantal kinderen de klassieke marshmallow-test laten doen,

which is a measure of delay of gratification

een meting die gaat over uitstel van beloning

that also likely requires a lot of executive function.

die waarschijnlijk veel van de controlefunctie vraagt.

So you may have heard about this test,

Wellicht heb je er al van gehoord,

but basically, kids are given a choice.

maar kinderen krijgen een keuze.

They can have one marshmallow right away,

Of ze krijgen nu direct één marshmallow,

or if they can wait for me to go to the other room

of ze wachten tot ik in de andere kamer meer marshmallows gehaald heb

and get more marshmallows,

they can have two instead.

en mogen er dan twee hebben.

Now, most kids really want that second marshmallow,

De meeste kinderen willen heel graag die tweede marshmallow hebben,

but the key question is: How long can they wait?

maar de vraag is: Hoe lang kunnen ze daarop wachten?

(Laughter)

(Gelach)

Now, I added a twist to look at the effects of context.

Ik heb de test een draai gegeven om het effect van context te kunnen zien.

I told each kid that they were in a group,

Ik vertelde elk kind dat ze in een groep zaten,

like the green group,

bijvoorbeeld de groene groep,

and I even gave them a green T-shirt to wear.

en gaf ze zelfs een groen t-shirt om aan te trekken.

And I said, "Your group waited for two marshmallows,

En ik gaf aan: "Jouw groep wachtte op de tweede marshmallow,

and this other group, the orange group,

en de andere groep, de oranje groep,

did not."

deed dat niet."

Or I said the opposite:

Of het tegenovergestelde:

"Your group didn't wait for two marshmallows

"Jouw groep wachtte niet op de tweede

and this other group did."

en de andere groep deed dat wel."

And then I left the kid alone in the room

Dan liet ik het kind achter in de kamer

and I watched on a webcam to see how long they waited.

en hield ik via een webcam in de gaten hoe lang ze wachtten.

(Laughter)

(Gelach)

So what I found was that kids who believed

Ik ontdekte dat de kinderen die geloofden

that their group waited for two marshmallows

dat hun groep wachtte op twee marshmallows,

were themselves more likely to wait.

zelf ook meer geneigd waren te wachten.

So they were influenced by a peer group that they'd never even met.

Ze lieten zich dus beïnvloeden door een groep die ze nooit ontmoet hadden.

(Laughter)

(Gelach)

Pretty cool, isn't it?

Best cool, toch?

Well, so with this result I still didn't know

Met deze uitkomst wist ik echter nog steeds niet

if they were just copying their group or if it was something deeper than that.

of ze gewoon hun groep kopieerden, of dat het dieper ging.

So I brought in some more kids,

Dus ik haalde er meer kinderen bij

and after the marshmallow test, I showed them pictures of pairs of kids,

en na de test liet ik hen foto's zien van een tweetal kinderen

and I told them, "One of these kids likes to have things right away,

en vertelde hen: "Een van deze kinderen houdt ervan dingen meteen te hebben,

like cookies and stickers.

zoals koekjes en stickers.

And the other kid likes to wait

Het andere kind wacht graag,

so that they can have more of these things."

zodat het meer van deze dingen krijgt."

And then I asked them,

Vervolgens vroeg ik hen:

"Which one of these two kids do you like more

"Welke van deze kinderen vind je leuker

and who would you want to play with?"

en met wie zou je willen spelen?"

And what I found was that kids who believed that their group waited

Wat ik ontdekte, was dat kinderen die geloofden dat hun groep wachtte,

tended to prefer other kids who liked to wait for things.

een voorkeur hadden voor andere kinderen die graag op dingen wachten.

So learning what their group did made them value waiting more.

Weten wat hun groep deed, zorgde ervoor dat ze het wachten meer waardeerden.

And not only that,

En niet alleen dat,

these kids likely used executive function

ze gebruikten de functie waarschijnlijk

to generate strategies to help themselves wait,

om strategieën te bedenken om het wachten gemakkelijker te maken,

like sitting on their hands or turning away from the marshmallow

zoals op hun handen zitten, of zich afwenden van de marshmallow,

or singing a song to distract themselves.

of een liedje zingen ter afleiding.

(Laughter)

(Gelach)

So what this all shows is just how much context matters.

Dit alles laat zien hoeveel context ertoe doet.

It's not that these kids had good executive function or bad,

Het is niet zo dat de één een betere controlefunctie had dan de ander,

it's that the context helped them use it better.

maar de context kan wel helpen deze beter in te zetten.

So what does this mean for you and for your kids?

Wat betekent dit nou voor jou en je kinderen?

Well, let's say that you want to learn Spanish.

Laten we zeggen dat je graag Spaans zou willen leren.

You could try changing your context

Je zou je context kunnen veranderen

and surrounding yourself with other people who also want to learn,

en jezelf kunnen omringen met anderen die dit ook willen leren

and even better if these are people that you really like.

en nog beter is het als dit mensen zijn die je graag mag.

That way you'll be more motivated to use executive function.

Dan raak je extra gemotiveerd je controlefunctie in te zetten.

Or let's say that you want to help your child do better on her math homework.

Of laten we zeggen dat je je kind wil helpen met haar wiskundehuiswerk.

You could teach her strategies to use executive function

Je zou haar manieren kunnen leren voor gebruik van de functie

in that particular context,

in die specifieke context,

like putting her phone away before she starts studying

zoals het opbergen van haar telefoon voordat ze gaat studeren

or planning to reward herself after studying for an hour.

of het inplannen van een beloning na een uur studeren.

Now, I don't want to make it sound like context is everything.

Ik wil niet doen alsof context het enige belangrijke is.

Executive function is really complex, and it's shaped by numerous factors.

De controlefunctie is erg complex en wordt gevormd door talloze factoren.

But what I want you to remember

Maar onthoud wel

is if you want to improve your executive function

dat als je je controlefunctie wil verbeteren

in some aspect of your life,

in een bepaald aspect van je leven,

don't look for quick fixes.

zoek dan niet naar snelle oplossingen.

Think about the context

Denk na over de context

and how you can make your goals matter more to you,

en hoe je je doelen belangrijker kan maken voor jezelf;

and how you can use strategies

hoe je strategieën kan inzetten

to help yourself in that particular situation.

om jezelf te helpen in die bepaalde situatie.

I think the ancient Greeks said it best when they said, "Know thyself."

De oude Grieken zeiden dit nog het best: "Ken uzelf."

And a key part of this is knowing how context shapes your behavior

En belangrijk onderdeel hiervan is weten hoe context jouw gedrag vormt

and how you can use that knowledge to change for the better.

en hoe je deze kennis kan inzetten ter verbetering.

Thank you.

Dank jullie wel.

(Applause)

(Applaus)