The difference between classical and operant conditioning - Peggy Andover

Het verschil tussen klassieke en operante conditionering - Peggy Andover

Translator: Andrea McDonough Reviewer: Bedirhan Cinar

Vertaald door: Valérie Boor Nagekeken door: Desiree Kramer

When we think about learning,

Als je aan leren denkt,

we often picture students in a classroom or lecture hall,

denk je meestal aan leerlingen in een klas of collegezaal,

books open on their desks,

die met open boeken op tafel

listening intently to a teacher or professor

aandachtig naar hun leraar of professor luisteren

in the front of the room.

die ergens vooraan staat.

But in psychology, learning means something else.

In de psychologie betekent leren iets anders.

To psychologists, learning is a long-term change in behavior

Psychologen zien leren als een langdurige gedragsverandering, gebaseerd op ervaring.

that's based on experience.

Psychologen zien leren als een langdurige gedragsverandering, gebaseerd op ervaring.

Two of the main types of learning are called

We onderscheiden twee belangrijke leertypen:

classical conditioning

klassieke conditionering

and operant, or instrumental, conditioning.

en operante conditionering oftewel instrumenteel leren.

Let's talk about classical conditioning first.

We gaan het eerst hebben over klassieke conditionering.

In the 1890's, a Russian physiologist named Ivan Pavlov

Vanaf 1890 deed een Russische fysioloog, Ivan Pavlov,

did some really famous experiments on dogs.

heel beroemde experimenten met honden.

He showed dogs some food

Hij liet honden voer zien en liet tegelijk een belletje horen.

and rang a bell at the same time.

Hij liet honden voer zien en liet tegelijk een belletje horen.

After a while, the dogs would associate the bell with the food.

Na een tijdje associeerden de honden het belletje met voer.

They would learn that when they heard the bell,

Ze leerden dat ze werden gevoerd als ze het belletje hoorden.

they would get fed.

Ze leerden dat ze werden gevoerd als ze het belletje hoorden.

Eventually, just ringing the bell

Uiteindelijk gingen de honden alleen al van het belletje kwijlen.

made the dogs salivate.

Uiteindelijk gingen de honden alleen al van het belletje kwijlen.

They learned to expect food at the sound of a bell.

Ze leerden voer te verwachten bij het geluid van de bel.

You see, under normal conditions,

Onder normale omstandigheden

the sight and smell of food causes a dog to salivate.

gaat de hond kwijlen van het zien en ruiken van voer.

We call the food an unconditioned stimulus,

Het voer noemen we een ongeconditioneerde stimulus.

and we call salivation the unconditioned response.

Het kwijlen is een ongeconditioneerde respons.

Nobody trains a dog to salivate over some steak.

Niemand hoeft een hond te trainen om te kwijlen voor een biefstuk.

However, when we pair an unconditioned stimulus like food

Maar als we een ongeconditioneerde stimulus zoals voer,

with something that was previously neutral,

combineren met iets wat eerst neutraal was

like the sound of a bell,

zoals een belletje,

that neutral stimulus becomes a conditioned stimulus.

dan wordt de neutrale stimulus een geconditioneerde stimulus.

And so classical conditioning was discovered.

Zo werd klassieke conditionering ontdekt.

We see how this works with animals,

Je ziet hoe dat met dieren werkt,

but how does it work with humans?

maar hoe werkt het met mensen?

In exactly the same way.

Op precies dezelfde manier.

Let's say that one day you go to the doctor to get a shot.

Stel dat je naar de dokter gaat voor een injectie.

She says, "Don't worry, this won't hurt a bit,"

Ze zegt: "Rustig maar, hier voel je niks van."

and then gives you the most painful shot you've ever had.

Ze geeft je vervolgens je meest pijnlijke injectie ooit.

A few weeks later you go to the dentist for a check-up.

Een aantal weken later ga je naar de tandarts voor controle.

He starts to put a mirror in your mouth

Met zijn spiegeltje

to examine your teeth,

wil hij je tanden onderzoeken

and he says, "Don't worry, this won't hurt a bit."

en zegt: "Rustig maar, hier voel je niks van."

Even though you know the mirror won't hurt,

Ook al weet je dat de spiegel geen pijn doet,

you jump out of the chair and run,

spring je op uit de stoel en ren je gillend uit de kamer.

screaming from the room.

spring je op uit de stoel en ren je gillend uit de kamer.

When you went to get a shot,

Toen je een injectie kreeg,

the words, "This won't hurt a bit,"

werden de woorden "Hier voel je niks van"

became a conditioned stimulus

een geconditioneerde stimulus

when they were paired with pain of the shot,

in combinatie met de pijn van de injectie,

the unconditioned stimulus,

de ongeconditioneerde stimulus,

which was followed by your conditioned response

waarna jouw geconditioneerde respons volgde:

of getting the heck out of there.

maken dat je weg komt.

Classical conditioning in action.

Klassieke conditionering in actie.

Operant conditioning explains how consequences

Operante conditionering verklaart hoe gevolgen

lead to changes in voluntary behavior.

veranderingen in vrijwillig gedrag teweeg kunnen brengen.

So how does operant conditioning work?

Hoe werkt operante conditionering?

There are two main components in operant conditioning:

Operante conditionering bestaat uit twee basisonderdelen:

reinforcement and punishment.

bekrachtiging en straf.

Reinforcers make it more likely

Bekrachtigers maken het aannemelijker

that you'll do something again,

dat je iets nogmaals zal doen.

while punishers make it less likely.

Bestraffers maken het minder aannemelijk.

Reinforcement and punishment can be positive or negative,

Bekrachtiging en straf kan positief zijn of negatief.

but this doesn't mean good and bad.

Dat betekent niet goed of fout.

Positive means the addition of a stimulus,

Positief betekent met de toevoeging van een stimulus,

like getting dessert after you finish your veggies,

zoals een toetje krijgen als je je groenten opeet.

and negative means the removal of a stimulus,

Negatief betekent dat een stimulus wordt weggenomen,

like getting a night of no homework

zoals geen huiswerk krijgen

because you did well on an exam.

omdat je een goed cijfer hebt gehaald.

Let's look at an example of operant conditioning.

Een voorbeeld van operante conditionering:

After eating dinner with your family,

na het avondeten met je familie

you clear the table and wash the dishes.

ruim je de tafel op en doe je de afwas.

When you're done, your mom gives you a big hug

Als je klaar bent, geeft je moeder je een knuffel en zegt: "Dank je wel voor je hulp."

and says, "Thank you for helping me."

Als je klaar bent, geeft je moeder je een knuffel en zegt: "Dank je wel voor je hulp."

In this situation, your mom's response

Haar respons is positieve bekrachtiging als het aannemelijker maakt

is positive reinforcement if it makes you more likely

Haar respons is positieve bekrachtiging als het aannemelijker maakt

to repeat the operant response,

dat je de operante respons zult herhalen, namelijk de tafel afruimen en de afwas doen.

which is to clear the table and wash the dishes.

dat je de operante respons zult herhalen, namelijk de tafel afruimen en de afwas doen.

Operant conditioning is everywhere in our daily lives.

Operante conditionering is alomtegenwoordig in ons dagelijks leven.

There aren't many things we do

De meeste dingen die we doen

that haven't been influenced at some point

zijn ooit beïnvloed

by operant conditioning.

door operante conditionering.

We even see operant conditioning

We zien zelfs operante conditionering

in some extraordinary situations.

in heel bijzondere gevallen.

One group of scientists showed the power

Wetenschappers lieten de kracht van operante conditionering zien

of operant conditioning

Wetenschappers lieten de kracht van operante conditionering zien

by teaching pigeons to be art connoisseurs.

door duiven te trainen als kunstkenners.

Using food as a positive reinforcer,

Met voer als positieve bekrachtiger

scientists have taught pigeons

hebben wetenschappers duiven geleerd

to select paintings by Monet

schilderijen van Monet

over those by Picasso.

te verkiezen boven Picasso's.

When showed works of other artists,

Toen ze werk van andere kunstenaars te zien kregen,

scientists observed stimulus generalization

observeerden wetenschappers stimulus generalisatie.

as the pigeons chose the Impressionists

De duiven verkozen de impressionisten

over the Cubists.

over de kubisten.

Maybe next they'll condition the pigeons

Misschien leren ze de duiven straks

to paint their own masterpieces.

zelf meesterwerken te schilderen.