Bruce Schneier: The security mirage

Vertaald door: Joyce van der Hoorn Nagekeken door: Thomas Rin

Veiligheid bestaat uit twee dingen:

So, security is two different things:

Je gevoel en de realiteit.

it's a feeling, and it's a reality.

En deze zijn verschillend.

And they're different.

Je kan je veilig voelen

You could feel secure even if you're not.

als je dit niet bent.

And you can be secure

En je kan veilig zijn

even if you don't feel it.

maar je niet zo voelen.

Really, we have two separate concepts

Echt, we hebben twee verschillende concepten

mapped onto the same word.

en slechts één woord.

And what I want to do in this talk is to split them apart --

En wat ik in dit gesprek wil doen

is deze twee concepten splitsen --

figuring out when they diverge and how they converge.

Ontdekken wanneer ze niet samengaan

en hoe ze samenkomen.

And language is actually a problem here.

En taal is eigenlijk een probleem hier.

Er zijn niet veel goede woorden

There aren't a lot of good words

voor de concepten waar we over gaan praten.

for the concepts we're going to talk about.

Dus als je naar veiligheid kijkt

So if you look at security from economic terms,

vanuit een economisch perspectief,

dan krijg je een afweging.

it's a trade-off.

Elke keer dat je veiligheid krijgt,

Every time you get some security, you're always trading off something.

ben je iets aan het opofferen.

Of dit een persoonlijke beslissing is --

Whether this is a personal decision --

wanneer je bijvoorbeeld een alarminstallatie laat aanbrengen thuis --

whether you're going to install a burglar alarm in your home --

of een nationale beslissing -- of je een ander land gaat binnenvallen --

or a national decision,

where you're going to invade a foreign country --

je gaat er iets voor opofferen,

you're going to trade off something: money or time, convenience, capabilities,

zoals geld of tijd, comfort, capaciteiten,

misschien belangrijke vrijheden.

maybe fundamental liberties.

And the question to ask when you look at a security anything

En de vraag die je moet stellen als je naar zo'n veiligheidssituatie kijkt

is not whether this makes us safer,

is niet of je hier veiliger van wordt,

maar of het het offer wel waard is.

but whether it's worth the trade-off.

You've heard in the past several years, the world is safer

Je hebt in de afgelopen paar jaar wel eens gehoord

dat de wereld veiliger is omdat Saddam Hoessein niet meer aan de macht is.

because Saddam Hussein is not in power.

Dat is misschien waar, maar het is niet heel erg relevant.

That might be true, but it's not terribly relevant.

De vraag is: Was het het waard?

The question is: Was it worth it?

En daar kan je je eigen besluit in nemen,

And you can make your own decision,

and then you'll decide whether the invasion was worth it.

dan beslis jij of de invasie de moeite waard was.

Dat is hoe je over veiligheid moet denken --

That's how you think about security: in terms of the trade-off.

wat betreft de afweging.

Now, there's often no right or wrong here.

Nu is er vaak geen goed of fout hier.

Sommigen onder ons hebben een inbraakalarm thuis,

Some of us have a burglar alarm system at home and some of us don't.

en sommigen niet.

And it'll depend on where we live,

En dat hangt af van waar we wonen,

of we er alleen wonen of met een gezin,

whether we live alone or have a family,

hoeveel coole spullen we hebben,

how much cool stuff we have,

how much we're willing to accept the risk of theft.

in hoeverre we het risico

van diefstal willen accepteren.

In politics also, there are different opinions.

In de politiek is dat ook zo,

er zijn verschillende meningen.

A lot of times, these trade-offs are about more than just security,

En heel vaak gaan deze afwegingen

om meer dan alleen veiligheid,

and I think that's really important.

en ik denk dat dat belangrijk is.

Now, people have a natural intuition about these trade-offs.

Mensen hebben een natuurlijke intuïtie

bij deze afwegingen.

We make them every day.

We doen het iedere dag --

Last night in my hotel room, when I decided to double-lock the door,

vannacht in mijn hotelkamer,

toen ik besloot de deur dubbel op slot te doen,

or you in your car when you drove here;

of toen je met de auto hierheen reed,

als we gaan lunchen

when we go eat lunch

and decide the food's not poison and we'll eat it.

en we beslissen dat het voedsel niet giftig is en het opeten.

We make these trade-offs again and again,

We maken heel vaak afwegingen

meerdere keren per dag.

multiple times a day.

We merken het vaak zelfs niet op.

We often won't even notice them.

They're just part of being alive; we all do it.

Het is een onderdeel van ons leven; we doen het allemaal.

Elke diersoort doet het.

Every species does it.

Imagine a rabbit in a field, eating grass.

Stel je een konijn voor dat gras aan het eten is in een veld,

en dit konijn ziet een vos.

And the rabbit sees a fox.

That rabbit will make a security trade-off:

Dit konijn zal een veiligheidsoverweging maken:

"Should I stay, or should I flee?"

"Moet ik blijven of moet ik vluchten?"

En als je erover nadenkt,

And if you think about it,

dan zijn de konijnen die hier goed in zijn

the rabbits that are good at making that trade-off

will tend to live and reproduce,

de konijnen die blijven leven en zich voortplanten.

and the rabbits that are bad at it

En de konijnen die er niet goed in zijn

will get eaten or starve.

zullen opgegeten worden of omkomen van de honger.

So you'd think

Dus je zou denken

dat wij, als een succesvol diersoort op de planeet --

that us, as a successful species on the planet -- you, me, everybody --

jij, ik, iedereen --

would be really good at making these trade-offs.

heel goed zijn in het maken van deze overwegingen.

Maar het lijkt er telkens weer op

Yet it seems, again and again, that we're hopelessly bad at it.

dat we er hopeloos slecht in zijn.

And I think that's a fundamentally interesting question.

En ik denk dat dat een hele interessante kwestie is.

I'll give you the short answer.

Ik leg het even kort uit.

The answer is, we respond to the feeling of security

Het is zo, dat we reageren op het gevoel van veiligheid

en niet op de realiteit.

and not the reality.

Now, most of the time, that works.

Meestal werkt dat.

Most of the time,

Meestal zijn ons gevoel

feeling and reality are the same.

en de realiteit hetzelfde.

Certainly that's true for most of human prehistory.

Dat is zeker waar

voor het grootste deel van de menselijke geschiedenis.

We've developed this ability

We hebben de eigenschap ontwikkeld

because it makes evolutionary sense.

omdat het, evolutionair gezien, logisch is.

Een manier om erover na te denken

One way to think of it is that we're highly optimized

is dat we geoptimaliseerd zijn

voor risicovolle beslissingen

for risk decisions

die heel belangrijk zijn om in kleine groepen te leven

that are endemic to living in small family groups

in the East African Highlands in 100,000 BC.

in de Oost-Afrikaanse hooglanden in het jaar 100.000 voor Christus --

2010 New York, not so much.

niet voor New York anno 2010.

Now, there are several biases in risk perception.

Nu zijn er wat vooroordelen bij het waarnemen van risico's.

Er zijn veel goede experimenten geweest hierover.

A lot of good experiments in this.

And you can see certain biases that come up again and again.

En er zijn een aantal vooroordelen die telkens weer naar voren komen.

Dus ik zal er vier met jullie delen.

I'll give you four.

We tend to exaggerate spectacular and rare risks

We neigen spectaculaire en zeldzame risico's te overdrijven

en de dagelijkse risico's te bagatelliseren --

and downplay common risks --

bijvoorbeeld vliegen versus autorijden.

so, flying versus driving.

The unknown is perceived to be riskier than the familiar.

het onbekende wordt ingeschat

als risicovoller dan het dagelijkse.

Een voorbeeld:

One example would be:

people fear kidnapping by strangers,

Mensen zijn bang om ontvoerd te worden door vreemden

when the data supports that kidnapping by relatives is much more common.

terwijl volgens de statistieken ontvoering door familieleden veel vaker voorkomt.

Dit geldt voor kinderen.

This is for children.

Third, personified risks are perceived to be greater

De derde: Gepersonificeerde risico's

worden groter ingeschat dan anonieme risico's --

than anonymous risks.

So, Bin Laden is scarier because he has a name.

dus Bin Laden is enger omdat hij een naam heeft.

En de vierde

And the fourth is:

people underestimate risks in situations they do control

is dat mensen risico's onderschatten

in situaties die ze onder controle hebben

en ze overschatten ze in situaties die ze niet onder controle hebben.

and overestimate them in situations they don't control.

So once you take up skydiving or smoking,

Dus als je begint met skydiven of roken,

you downplay the risks.

dan verwaarloos je de risico's.

Als een risico in je schoot wordt geworpen -- terrorisme was een goed voorbeeld --

If a risk is thrust upon you -- terrorism is a good example --

dan zul je het groter maken dan het is, omdat je geen controle voelt.

you'll overplay it,

because you don't feel like it's in your control.

There are a bunch of other of these cognitive biases,

Er zijn tal van deze vooroordelen, deze cognitieve vooroordelen,

that affect our risk decisions.

die onze risico-beslissingen beïnvloeden.

There's the availability heuristic,

Er is het beschikbaarheidsconcept

wat neerkomt op:

which basically means we estimate the probability of something

We schatten de kans van iets in

by how easy it is to bring instances of it to mind.

door na te gaan hoe vaak je van deze specifieke situatie hebt gehoord.

So you can imagine how that works.

Dus je kunt je voorstellen hoe dat werkt.

If you hear a lot about tiger attacks, there must be a lot of tigers around.

Als je vaak over tijgeraanvallen hoort, dan zullen er wel veel tijgers in de buurt zijn.

Je hoort niemand over leeuwenaanvallen, dus dan zijn er weinig in de buurt.

You don't hear about lion attacks, there aren't a lot of lions around.

Dit werkte totdat de krant werd uitgevonden.

This works, until you invent newspapers,

because what newspapers do is repeat again and again

Want kranten doen het volgende:

Ze herhalen zeldzame risico's

opnieuw en opnieuw.

rare risks.

I tell people: if it's in the news, don't worry about it,

Ik vertel de mensen: Als het in het nieuws is, maak je er dan geen zorgen over.

Want nieuws is per definitie

because by definition, news is something that almost never happens.

iets dat bijna nooit gebeurt.

(Er klinkt gelach)

(Laughter)

When something is so common, it's no longer news.

Als iets dagelijks voorkomt, is het geen nieuws meer --

Car crashes, domestic violence --

autobotsingen, huiselijk geweld --

those are the risks you worry about.

dat zijn de risico's waar je je zorgen om maakt.

We're also a species of storytellers.

Wij mensen houden ook van verhalen vertellen.

We respond to stories more than data.

We reageren eerder op verhalen dan op statistieken.

And there's some basic innumeracy going on.

En er is een soort van cijfer-onkunde aan de gang.

I mean, the joke "One, two, three, many" is kind of right.

Het grapje "Een, Twee, Drie, Veel' klopt eigenlijk wel.

We zijn heel goed in kleine getallen.

We're really good at small numbers.

One mango, two mangoes, three mangoes,

Een mango, twee mango's, drie mango's,

10,000 mangoes, 100,000 mangoes --

tienduizend mango's, honderdduizend mango's --

it's still more mangoes you can eat before they rot.

Het zijn er nog steeds meer dan je kunt eten voordat ze gaan rotten.

So one half, one quarter, one fifth -- we're good at that.

Dus een halve, een kwart, een vijfde -- daar zijn we goed in.

Een op een miljoen, een op een miljard --

One in a million, one in a billion --

Dat is allebei bijna nooit.

they're both almost never.

So we have trouble with the risks that aren't very common.

Dus we hebben moeite met risico's

die niet vaak voorkomen.

And what these cognitive biases do

En wat deze cognitieve vooroordelen doen

is they act as filters between us and reality.

is optreden als filters tussen onszelf en de realiteit.

En het resultaat

And the result is that feeling and reality get out of whack,

is dat het gevoel en de realiteit op hol slaan,

ze worden anders.

they get different.

Now, you either have a feeling -- you feel more secure than you are,

Dus ofwel heb je een gevoel -- je voelt je veiliger dan je echt bent.

Er is een onterecht gevoel van veiligheid.

there's a false sense of security.

Ofwel is het andersom,

Or the other way, and that's a false sense of insecurity.

en dan is er een onterecht gevoel van onveiligheid.

Ik schrijf veel over "veiligheidstheater",

I write a lot about "security theater,"

which are products that make people feel secure,

dat bestaat uit producten die mensen zich veiliger laten voelen

but don't actually do anything.

terwijl die producten niet echt iets doen.

There's no real word for stuff that makes us secure,

Er is niet echt een woord voor dingen die ons veilig maken

maar die ons gevoel van veiligheid niet versterken.

but doesn't make us feel secure.

Misschien is dat wel de taak van de CIA.

Maybe it's what the CIA is supposed to do for us.

So back to economics.

Dus, terug naar de economie.

If economics, if the market, drives security,

Als de economie, de markt, veiligheid bevordert,

and if people make trade-offs based on the feeling of security,

en als mensen dingen opofferen en overwegingen maken,

die gebaseerd zijn op het gevoel van veiligheid,

then the smart thing for companies to do for the economic incentives

dan is het heel slim van de bedrijven

om de economie te stimuleren

is to make people feel secure.

als zij de mensen veilig laten voelen.

And there are two ways to do this.

En er zijn twee manieren om dit te doen.

One, you can make people actually secure

De eerste: je kunt mensen daadwerkelijk veiliger maken

en hopen dat het ze opvalt.

and hope they notice.

Or two, you can make people just feel secure

Of de tweede: je kan mensen zich alleen maar veilig laten voelen

and hope they don't notice.

en hopen dat het ze niet opvalt.

Right?

So what makes people notice?

Dus wat zorgt ervoor dat het opvalt?

Een aantal dingen:

Well, a couple of things:

understanding of the security,

Begrip van veiligheid,

inzicht in de risico's en gevaren,

of the risks, the threats,

begrip van de maatregelen en hoe deze werken.

the countermeasures, how they work.

But if you know stuff, you're more likely

Maar als je deze dingen weet,

dan is de kans groot dat jouw gevoel klopt met de realiteit.

to have your feelings match reality.

Genoeg voorbeelden uit de echte wereld helpen ook.

Enough real-world examples helps.

We weten allemaal hoeveel criminaliteit er in onze buurten is,

We all know the crime rate in our neighborhood,

because we live there, and we get a feeling about it

omdat we er wonen, en we krijgen er een gevoel bij

that basically matches reality.

dat ongeveer klopt met de werkelijkheid.

Veiligheidstheater wordt blootgegeven

Security theater is exposed

when it's obvious that it's not working properly.

als het duidelijk is dat het niet goed werkt.

Dus hoe komt het dat mensen dit niet zien?

OK. So what makes people not notice?

Well, a poor understanding.

Nou, een gebrek aan begrip.

If you don't understand the risks, you don't understand the costs,

Als je de risico's niet begrijpt, als je de kosten niet begrijpt,

you're likely to get the trade-off wrong,

dan overweeg je het waarschijnlijk niet goed.

and your feeling doesn't match reality.

En dan klopt je gevoel niet met de werkelijkheid.

Not enough examples.

Niet genoeg voorbeelden.

There's an inherent problem with low-probability events.

Er is een onderliggend probleem

met onwaarschijnlijke gebeurtenissen.

If, for example, terrorism almost never happens,

Als, bijvoorbeeld,

terrorisme bijna nooit voorkomt,

it's really hard to judge the efficacy of counter-terrorist measures.

is het moeilijk om te bepalen

hoe effectief anti-terrorismemaatregelen zijn.

This is why you keep sacrificing virgins,

Dit is waarom je maagden blijft offeren,

en waarom je eenhoorn-verdediging prima werkt.

and why your unicorn defenses are working just great.

There aren't enough examples of failures.

Er zijn niet genoeg voorbeelden dat dit niet werkt.

Daarnaast, gevoelens die de zaken verhullen --

Also, feelings that cloud the issues --

the cognitive biases I talked about earlier: fears, folk beliefs --

de cognitieve vooroordelen waar ik het over had,

angsten, volksverhalen --

basically, an inadequate model of reality.

zorgen voor een niet-kloppend beeld van de realiteit.

Nu ga ik de dingen wat moeilijker maken.

So let me complicate things.

I have feeling and reality.

Ik heb gevoel en werkelijkheid.

I want to add a third element. I want to add "model."

Ik ga een derde element toevoegen: een model.

Feeling and model are in our head,

De gevoelens en het model in ons hoofd,

de realiteit in de buitenwereld.

reality is the outside world; it doesn't change, it's real.

Die verandert niet; die is echt.

Feeling is based on our intuition,

Ons gevoel is gebaseerd op onze intuïtie.

Een model is gebaseerd op ratio.

model is based on reason.

Dat is ongeveer het verschil.

That's basically the difference.

In a primitive and simple world,

In een primitieve en simpele wereld

there's really no reason for a model,

is er niet echt een reden voor een model.

Omdat het gevoel zo dicht bij de realiteit staat.

because feeling is close to reality.

You don't need a model.

Dan heb je geen model nodig.

But in a modern and complex world,

Maar in een moderne complexe wereld

heb je modellen nodig

you need models to understand a lot of the risks we face.

om een heleboel risico's die we tegenkomen te snappen.

There's no feeling about germs.

Er is geen gevoel over bacteriën.

Je hebt een model nodig om dit te begrijpen.

You need a model to understand them.

Dus dit model

This model is an intelligent representation of reality.

is een intelligente weergave van de realiteit.

It's, of course, limited by science, by technology.

Deze is wel beperkt door de huidige wetenschap

en technologie.

We hadden geen bacterie-theorie over ziektes kunnen ontwikkelen

We couldn't have a germ theory of disease

before we invented the microscope to see them.

voordat we de microscoop uitvonden om ze te kunnen zien.

It's limited by our cognitive biases.

Het is beperkt door onze cognitieve vooroordelen.

Maar het heeft de mogelijkheid

But it has the ability to override our feelings.

om onze gevoelens te onderdrukken.

Where do we get these models? We get them from others.

Waar krijgen we deze modellen? Van anderen.

We get them from religion, from culture, teachers, elders.

We krijgen ze van religie, cultuur,

leraren, ouderen.

Een paar jaar geleden

A couple years ago, I was in South Africa on safari.

was ik in Zuid-Afrika op safari.

The tracker I was with grew up in Kruger National Park.

De gids die ik had was opgegroeid in 'Kruger National Park'.

He had some very complex models of how to survive.

Hij had wat complexe modellen om mee te overleven.

And it depended on if you were attacked by a lion, leopard, rhino, or elephant --

En het hing er vanaf of je werd aangevallen

door een leeuw of een luipaard of een neushoorn of een olifant --

and when you had to run away, when you couldn't run away,

en wanneer je moest wegrennen, en wanneer je in een boom moest klimmen --

when you had to climb a tree, when you could never climb a tree.

wanneer je niet in een boom kon klimmen.

Ik zou geen dag overleven,

I would have died in a day.

maar hij was daar geboren,

But he was born there, and he understood how to survive.

en hij begreep hoe hij er moest overleven.

Ik ben geboren in New York City.

I was born in New York City.

Ik had hem kunnen meenemen naar New York en hij zou geen dag overleven.

I could have taken him to New York, and he would have died in a day.

(Er klinkt gelach)

(Laughter)

Because we had different models based on our different experiences.

Omdat we verschillende modellen hadden

gebaseerd op onze verschillende ervaringen.

Models can come from the media,

Modellen kunnen vanuit de media komen,

from our elected officials ...

van onze verkozen ambtenaren.

Think of models of terrorism,

Denk aan modellen over terrorisme,

child kidnapping,

ontvoering van kinderen,

airline safety, car safety.

luchtvaartveiligheid, autoveiligheid.

Models can come from industry.

Modellen kunnen uit de industrie komen.

The two I'm following are surveillance cameras,

De twee die ik volg zijn beveiligingscamera's,

Identiteitskaarten,

ID cards,

een heleboel computerveiligheidsmodellen komen daar vandaan.

quite a lot of our computer security models come from there.

Een heleboel modellen komen uit de wetenschap.

A lot of models come from science.

Health models are a great example.

Een goed voorbeeld zijn de gezondheidsmodellen.

Think of cancer, bird flu, swine flu, SARS.

Denk aan kanker, vogelgriep, varkensgriep, SARS.

All of our feelings of security about those diseases

Al onze gevoelens van veiligheid

over deze ziektes

come from models given to us, really, by science filtered through the media.

komen van modellen

die ons zijn gegeven door de wetenschap, gefilterd door de media.

Dus modellen kunnen veranderen.

So models can change.

Models are not static.

Modellen staan niet stil.

As we become more comfortable in our environments,

Als we ons zekerder voelen in onze omgevingen,

our model can move closer to our feelings.

kan ons model dichter bij ons gevoel komen te staan.

So an example might be,

Een voorbeeld zou kunnen zijn

dat honderd jaar geleden

if you go back 100 years ago,

when electricity was first becoming common,

toen elektriciteit alledaags werd,

er heel veel angst voor was.

there were a lot of fears about it.

Ik bedoel, er waren mensen bang om de deurbel te gebruiken,

There were people who were afraid to push doorbells,

omdat er elektriciteit in zat en dat was gevaarlijk.

because there was electricity in there, and that was dangerous.

Wij zijn op ons gemak rond elektriciteit.

For us, we're very facile around electricity.

We vervangen gloeilampen

We change light bulbs without even thinking about it.

zonder erbij na te denken.

Our model of security around electricity is something we were born into.

Onze veiligheidsmodellen met betrekking tot elektriciteit

is iets waar we mee geboren zijn.

It hasn't changed as we were growing up.

Het is niet veranderd terwijl wij opgroeiden.

And we're good at it.

En we zijn er goed in.

Or think of the risks on the Internet across generations --

Of denk aan de risico's

op het internet door de generaties heen --

how your parents approach Internet security,

hoe ouders omgaan met veilig internetten,

vergeleken met hoe jij dat doet,

versus how you do,

versus how our kids will.

vergeleken met hoe onze kinderen dat zullen doen.

Models eventually fade into the background.

Modellen komen uiteindelijk op de achtergrond te staan.

"Intuitive" is just another word for familiar.

Intuïtief is gewoon een ander woord voor vertrouwd.

So as your model is close to reality and it converges with feelings,

Dus als je model dichtbij de realiteit staat

en het samenkomt met je gevoel,

you often don't even know it's there.

dan weet je vaak niet dat het er is.

Een goed voorbeeld hiervan

A nice example of this came from last year and swine flu.

kwam afgelopen jaar met de varkensgriep.

Toen de varkensgriep eerst de kop opstak

When swine flu first appeared,

veroorzaakte het eerste bericht veel overdreven reacties.

the initial news caused a lot of overreaction.

Now, it had a name,

Het had nu een naam,

which made it scarier than the regular flu,

die het enger maakte dan de gewone griep,

even though it was more deadly.

terwijl deze wel dodelijker was.

And people thought doctors should be able to deal with it.

En de mensen dachten dat de dokters wel wisten wat ze ermee aanmoesten.

So there was that feeling of lack of control.

Dus het gevoel van gebrek aan controle was er ook.

En deze twee dingen

And those two things made the risk more than it was.

vergrootten de risico's meer dan nodig was.

As the novelty wore off and the months went by,

Terwijl het nieuwe er af raakte en de maanden voorbij gingen

there was some amount of tolerance; people got used to it.

was er een bepaalde mate van tolerantie,

de mensen raakten eraan gewend.

There was no new data, but there was less fear.

Er waren geen nieuwe gegevens, maar er was minder angst.

By autumn,

Tegen de herfst

people thought the doctors should have solved this already.

dachten de mensen

dat de dokters het al opgelost zouden moeten hebben.

And there's kind of a bifurcation:

En er was een soort van tweestrijd --

people had to choose between fear and acceptance --

mensen moesten kiezen

tussen angst en acceptatie --

eigenlijk tussen angst en onverschilligheid --

actually, fear and indifference --

en ze kozen zo ongeveer voor achterdocht.

and they kind of chose suspicion.

En toen afgelopen winter het vaccin verscheen

And when the vaccine appeared last winter,

was er een grote groep mensen - een verrassend groot aantal -

there were a lot of people -- a surprising number --

who refused to get it.

die het vaccin weigerden.

And it's a nice example of how people's feelings of security change,

Dit is een mooi voorbeeld

van hoe bij mensen het gevoel van veiligheid kan veranderen, en hun model,

how their model changes,

bijna willekeurig

sort of wildly,

with no new information, with no new input.

zonder nieuwe informatie,

zonder nieuwe gegevens.

Dit soort dingen gebeuren heel vaak.

This kind of thing happens a lot.

Ik ga het nog een keer moeilijker maken.

I'm going to give one more complication.

We have feeling, model, reality.

We hebben gevoelens, model, realiteit.

I have a very relativistic view of security.

Ik heb een zeer gerelativeerde visie over veiligheid.

Ik denk dat het van de toeschouwer afhangt.

I think it depends on the observer.

And most security decisions have a variety of people involved.

En bij de meeste veiligheidsbeslissingen

zijn een variëteit aan mensen betrokken.

And stakeholders with specific trade-offs will try to influence the decision.

En aandeelhouders

met specifieke overwegingen

zullen proberen het besluit te beïnvloeden.

And I call that their agenda.

En ik noem dat hun agenda

En deze agenda --

And you see agenda -- this is marketing, this is politics --

deze marketing, deze politiek --

trying to convince you to have one model versus another,

probeert jou te overtuigen om het ene model te verkiezen boven het andere,

trying to convince you to ignore a model

probeert jou te overtuigen om een model te negeren

and trust your feelings,

en op je gevoel af te gaan,

marginalizing people with models you don't like.

uitsluiten van mensen met modellen die je niet leuk vindt.

This is not uncommon.

Dit komt veel voor.

An example, a great example, is the risk of smoking.

Een voorbeeld, een heel goed voorbeeld, is het risico van roken.

In de geschiedenis van de laatste 50 jaar

In the history of the past 50 years,

the smoking risk shows how a model changes,

laat het risico van roken een modelverandering zien,

and it also shows how an industry fights against a model it doesn't like.

en het laat ook zien hoe een industrie vecht

tegen een model dat het niet leuk vindt.

Compare that to the secondhand smoke debate --

Vergelijk dat met het debat over meeroken --

ongeveer twintig jaar geleden.

probably about 20 years behind.

Think about seat belts.

Denk aan autogordels.

When I was a kid, no one wore a seat belt.

Toen ik een kind was, droeg niemand een autogordel.

Nowadays, no kid will let you drive if you're not wearing a seat belt.

Vandaag de dag zal geen kind je laten rijden

als je geen autogordel draagt.

Compare that to the airbag debate,

Vergelijk dat met het debat over airbags --

ongeveer dertig jaar geleden.

probably about 30 years behind.

Allemaal voorbeelden van veranderende modellen.

All examples of models changing.

What we learn is that changing models is hard.

Wat we leren is dat het moeilijk is om een model te veranderen.

Modellen zijn lastig los te wrikken.

Models are hard to dislodge.

Als ze overeenkomen met je gevoel,

If they equal your feelings,

dan weet je niet eens dat je een model hebt.

you don't even know you have a model.

En daar is nog een cognitief vooroordeel

And there's another cognitive bias

dat ik het bevestigingsvooroordeel zal noemen,

I'll call confirmation bias,

waar we neigen om de gegevens te accepteren

where we tend to accept data that confirms our beliefs

die onze overtuigingen bevestigen©

and reject data that contradicts our beliefs.

en de gegevens die onze overtuigingen tegenspreken af te keuren.

So evidence against our model, we're likely to ignore,

Dus bewijs tegen ons model

zullen we waarschijnlijk negeren, ook als het overtuigend of aanlokkelijk is.

even if it's compelling.

It has to get very compelling before we'll pay attention.

Het moet heel aanlokkelijk worden voordat we er aandacht aan besteden.

New models that extend long periods of time are hard.

Nieuwe modellen die over langere tijdsperiodes gaan zijn moeilijk.

Het opwarmen van de aarde is een prima voorbeeld.

Global warming is a great example.

We zijn heel erg slecht

We're terrible at models that span 80 years.

in modellen die 80 jaar beslaan.

We can do "to the next harvest."

We kunnen tot de volgende oogst gaan.

We can often do "until our kids grow up."

Tot onze kinderen opgroeien, dat lukt ook nog wel.

But "80 years," we're just not good at.

Maar 80 jaar, daar zijn we gewoon niet goed in.

So it's a very hard model to accept.

Dus het is een moeilijk model om te accepteren.

We can have both models in our head simultaneously --

We kunnen beide modellen tegelijk in ons hoofd houden,

that kind of problem where we're holding both beliefs together,

of het soort probleem

waarbij we twee verschillende overtuigingen samenhouden

of de cognitieve verstoring.

the cognitive dissonance.

Uiteindelijk

Eventually, the new model will replace the old model.

zal het nieuwe model het oude model vervangen.

Strong feelings can create a model.

Sterke gevoelens kunnen een model scheppen.

September 11 created a security model in a lot of people's heads.

Elf september heeft een veiligheidsmodel geschept

in de hoofden van heel veel mensen.

Also, personal experiences with crime can do it,

Persoonlijke ervaringen met criminaliteit kunnen dit ook,

of enge voorvallen met je eigen gezondheid

personal health scare,

a health scare in the news.

of enge voorvallen met gezondheid in het nieuws.

Deze voorvallen worden 'gloeilampvoorvallen' genoemd

You'll see these called "flashbulb events" by psychiatrists.

door psychiaters.

Ze kunnen ter plekke een model scheppen

They can create a model instantaneously,

because they're very emotive.

omdat ze heel erg emotioneel geladen zijn.

So in the technological world,

Dus in de technologische wereld

we don't have experience to judge models.

hebben we geen ervaring

om modellen te beoordelen.

And we rely on others. We rely on proxies.

En we vertrouwen op anderen. We vertrouwen op volmachten.

Dit werkt zo lang het is om anderen te verbeteren.

And this works, as long as it's the correct others.

We rely on government agencies

We vertrouwen op overheidsinstellingen

to tell us what pharmaceuticals are safe.

zodat ze ons vertellen welke medicijnen veilig zijn.

I flew here yesterday.

Ik ben hier gisteren heengevlogen.

I didn't check the airplane.

Ik heb het vliegtuig niet gecontroleerd.

I relied on some other group

Ik vertrouwde op een andere groep

zodat zij zouden beslissen of het veilig was om met mijn vliegtuig te vliegen.

to determine whether my plane was safe to fly.

We're here, none of us fear the roof is going to collapse on us,

Wij zijn hier en niemand is bang dat het dak op ons neer gaat vallen.

Niet omdat wij het dak hebben nagekeken,

not because we checked,

but because we're pretty sure the building codes here are good.

maar omdat we er vrij zeker van zijn

dat de voorschriften over gebouwen hier goed zijn.

It's a model we just accept

Dat is een model dat we gewoon accepteren

op goed vertrouwen.

pretty much by faith.

En dat is goed.

And that's OK.

Now, what we want is people to get familiar enough with better models,

Wat we willen

is dat mensen bekend genoeg raken

met betere modellen --

have it reflected in their feelings,

dat deze doorschijnen in hun gevoel --

en er zo voor te zorgen dat ze goede veiligheidsafwegingen maken.

to allow them to make security trade-offs.

Als deze niet kloppen

When these go out of whack, you have two options.

dan heb je twee opties.

One, you can fix people's feelings, directly appeal to feelings.

Een: Je kan het gevoel van mensen verbeteren

door direct op het gevoel in te spelen.

Het is manipulatie, maar het kan werken.

It's manipulation, but it can work.

De tweede, eerlijkere manier

The second, more honest way

is om het model te verbeteren.

is to actually fix the model.

Change happens slowly.

Verandering vindt langzaam plaats.

The smoking debate took 40 years -- and that was an easy one.

Het rookdebat duurde veertig jaar,

en dat was een makkelijke.

Sommige van deze zaken zijn moeilijk.

Some of this stuff is hard.

en dan bedoel ik heel moeilijk,

Really, though, information seems like our best hope.

informatie lijkt onze beste hoop.

En ik heb gelogen.

And I lied.

Remember I said feeling, model, reality; reality doesn't change?

Weet je nog toen ik 'gevoel, model, realiteit' zei?

Ik zei dat de realiteit niet veranderde, maar dat doet het wel.

It actually does.

We leven in een technologische wereld;

We live in a technological world;

reality changes all the time.

de werkelijkheid verandert voortdurend.

So we might have, for the first time in our species:

Dus voor het eerst sinds de mensheid hebben we deze situatie:

feeling chases model, model chases reality, reality's moving --

Het gevoel achtervolgt het model, het model achtervolgt de realiteit, maar de realiteit verandert --

Misschien zullen ze elkaar nooit meer vinden.

they might never catch up.

We don't know.

Dat weten we niet.

Maar op de lange termijn

But in the long term,

zijn het gevoel en de realiteit allebei belangrijk.

both feeling and reality are important.

And I want to close with two quick stories to illustrate this.

En ik wil met twee korte verhaaltjes afsluiten om dit te laten zien.

1982 -- I don't know if people will remember this --

Ik weet niet of mensen dit nog weten, maar in 1982

was er een korte epidemie

there was a short epidemic of Tylenol poisonings

van Tylenol-vergiftigingen in de Verenigde Staten.

in the United States.

It's a horrific story.

Het is een vreselijk verhaal. Iemand nam een flesje Tylenol,

Someone took a bottle of Tylenol,

deed er vergif in, sloot het weer, en zette het terug op de plank.

put poison in it, closed it up, put it back on the shelf,

Iemand anders kocht dit en ging dood.

someone else bought it and died.

This terrified people.

Dit maakte de mensen doodsbang.

There were a couple of copycat attacks.

Er waren wat na-aap-aanvallen geweest.

There wasn't any real risk, but people were scared.

Er was niet echt een risico, maar de mensen waren bang.

And this is how the tamper-proof drug industry was invented.

En dit is hoe in de medicijnwereld

de anti-knoei-industrie is gestart.

Those tamper-proof caps? That came from this.

Die dopjes met sluitzegels kwamen hier vandaan.

It's complete security theater.

Dit is veiligheidstheater.

As a homework assignment, think of 10 ways to get around it.

Als huiswerk wil ik dat jullie 10 manieren bedenken om dit te omzeilen.

Ik geef er een, een injectienaald.

I'll give you one: a syringe.

But it made people feel better.

Maar het zorgt dat de mensen zich beter voelen.

It made their feeling of security more match the reality.

Het zorgde ervoor dat hun gevoel van veiligheid

meer in overeenstemming kwam met de realiteit.

Laatste verhaalt, een paar jaar geleden beviel een vriendin van me.

Last story: a few years ago, a friend of mine gave birth.

Ik ging op visite in het ziekenhuis.

I visit her in the hospital.

It turns out, when a baby's born now,

Het blijkt dat als er nu een baby is geboren,

they put an RFID bracelet on the baby, a corresponding one on the mother,

deze een radiofrequentie-armband omkrijgt,

en dat de moeder een overeenkomende armband omkrijgt,

so if anyone other than the mother takes the baby out of the maternity ward,

zodat zodra iemand anders dan de moeder de baby uit de kwaamafdeling meeneemt,

het alarm afgaat.

an alarm goes off.

Ik zei: "Nou, dat is best gaaf.

I said, "Well, that's kind of neat.

I wonder how rampant baby snatching is out of hospitals."

Ik vraag me af hoe vaak het voorkomt

dat baby's worden gestolen uit de ziekenhuizen vandaan.

I go home, I look it up.

Ik ga naar huis, ik zoek het op.

It basically never happens.

Het komt vrijwel nooit voor.

(Laughter)

Maar als je er over nadenkt,

But if you think about it, if you are a hospital,

als je in een ziekenhuis bent,

and you need to take a baby away from its mother,

en je moet de baby van de moeder afnemen

out of the room to run some tests,

om in een andere kamer wat tests te doen.

you better have some good security theater,

dan kan je maar beter voor een goed veiligheidstheater zorgen,

or she's going to rip your arm off.

want anders rukt ze je arm eraf.

(Laughter)

(Er klinkt gelach)

Dus het is belangrijk voor ons,

So it's important for us,

those of us who design security,

voor degenen onder ons die veiligheid ontwerpen,

die naar het veiligheidsbeleid kijken,

who look at security policy --

or even look at public policy in ways that affect security.

of die kijken naar het openbare beleid,

op manieren die met veiligheid te maken hebben:

Het is niet alleen realiteit, het is gevoel en realiteit.

It's not just reality; it's feeling and reality.

Wat belangrijk is

What's important

is dat het over hetzelfde gaat.

is that they be about the same.

It's important that, if our feelings match reality,

Het is belangrijk dat, als ons gevoel de werkelijkheid reflecteert,

we betere veiligheidsafwegingen maken.

we make better security trade-offs.

Dank u.

Thank you.

(Applause)

(Applaus)