Iqbal Quadir: The power of the mobile phone to end poverty

Vertaald door: Dick Stada Nagekeken door: Axel Saffran

I'll just take you to Bangladesh for a minute.

Ik neem je even mee naar Bangladesh.

[Telefoonconversatie in Bengali]

Bill Clinton: Met leningen waarmee mensen mobiele telefoons kunnen kopen,

worden complete dorpen het informatietijdperk ingetild.

Ik wil dat mensen wereldwijd dit verhaal horen.

(Applaus)

Voor ik dat verhaal vertel, moeten we ons afvragen

Before I tell that story, we should ask ourselves the question:

Why does poverty exist?

waar armoede vandaan komt.

I mean, there is plenty of knowledge and scientific breakthroughs.

Er is genoeg kennis en wetenschappelijke doorbraken.

We all live in the same planet,

We leven allemaal op dezelfde planeet,

but there's still a great deal of poverty in the world.

maar er is nog steeds veel armoede.

And I think -- so I want to throw a perspective that I have,

Ik wil mijn perspectief even laten zien,

so that we can assess this project, or any other project, for that matter,

zodat we van dit of een ander project kunnen beoordelen

of het bijdraagt aan armoede of die juist bestrijdt.

to see whether it's contributing or --

contributing to poverty or trying to alleviate it.

Rich countries have been sending aid to poor countries for the last 60 years.

Rijke landen sturen al 60 jaar hulp naar de arme landen.

And by and large, this has failed.

En dat is min of meer mislukt.

And you can see this book,

Dit boek is geschreven,

written by someone who worked in the World Bank for 20 years,

door iemand die 20 jaar bij de Wereldbank heeft gewerkt,

and he finds economic growth in this country to be elusive.

hij vindt dat economische groei in zijn land ongrijpbaar is.

By and large, it did not work.

Het heeft grotendeels niet geholpen.

So the question is, why is that?

De vraag is dus hoe dat komt.

In my mind, there is something to learn from the history of Europe.

We kunnen leren van de geschiedenis van Europa.

I mean, even here, yesterday I was walking across the street,

Ik stak hier gisteren de straat over,

and they showed three bishops were executed 500 years ago,

waar drie bisschoppen 500 jaar geleden ter dood werden gebracht,

right across the street from here.

hier aan de overkant van de straat.

So my point is, there's a lot of struggle has gone in Europe,

Er is een hoop gedoe geweest in Europa,

where citizens were empowered by technologies.

waar burgers hulp kregen van nieuwe technologie.

And they demanded authorities from --

Ze eisten van hun leiders dat ze van hun voetstuk kwamen.

to come down from their high horses.

And in the end, there's better bargaining

Uiteindelijk kwamen er betere onderhandelingen

between the authorities and citizens,

tussen machthebbers en burgers,

and democracies, capitalism -- everything else flourished.

en democratieën en kapitalisme -- alles bloeide op.

And so you can see, the real process of --

Het echte proces --

and this is backed up by this 500-page book --

het staat in dit boek van 500 pagina's --

that the authorities came down and citizens got up.

was dat autoriteiten minder en burgers meer te zeggen kregen.

Maar als je het bekijkt vanuit dat perspectief,

But if you look, if you have that perspective,

dan zie je wat in de laatste 60 jaar is gebeurd.

then you can see what happened in the last 60 years.

Aid actually did the opposite.

Hulp heeft het tegenovergestelde gedaan.

Het gaf machthebbers meer macht,

It empowered authorities,

and, as a result, marginalized citizens.

en marginaliseerde daardoor de burgers.

The authorities did not have the reason to make economic growth happen

De machthebbers zagen geen reden voor economische groei,

so that they could tax people

zodat ze belasting konden heffen

and make more money for to run their business.

en meer geld konden binnenhalen om hun kosten te dekken.

Because they were getting it from abroad.

Omdat ze het uit het buitenland kregen.

And in fact, if you see oil-rich countries,

Je ziet in olierijke landen,

where citizens are not yet empowered, the same thing goes --

waar burgers nog geen macht hebben, hetzelfde --

Nigeria, Saudi Arabia, all sorts of countries.

Nigeria, Saoedi-Arabië, enz.

Because the aid and oil or mineral money acts the same way.

Omdat met hulp van olie hetzelfde gebeurt.

It empowers authorities, without activating the citizens --

Het geeft machthebbers meer macht, zonder burgers actief te maken --

their hands, legs, brains, what have you.

hun handen, benen, hersenen, wat dan ook.

En als je het daarmee eens bent,

And if you agree with that, then I think the best way to improve these countries

dan is de beste manier om deze landen te verbeteren,

is to recognize that economic development is of the people,

erkennen dat economische ontwikkeling

ván het volk is, door het volk en voor het volk.

by the people, for the people.

And that is the real network effect.

En dat is het echte netwerkeffect.

If citizens can network and make themselves more organized and productive,

Als burgers netwerken, zichzelf organiseren en productiever zijn,

so that their voices are heard,

zodat hun stem wordt gehoord,

so then things would improve.

zullen de dingen verbeteren.

And to contrast that, you can see the most important institution in the world,

Daar tegenover staat het belangrijkste instituut ter wereld,

the World Bank, is an organization of the government,

de Wereldbank, een organisatie van de regering,

by the government, for the governments.

door de regering, voor de regering.

Zie het contrast.

Just see the contrast.

Zo zie ik het, en nu ga ik mijn verhaal vertellen.

And that is the perspective I have, and then I can start my story.

Of course, how would you empower citizens?

Hoe geef je burgers meer macht?

There could be all sorts of technologies. And one is cell phones.

Er zijn allerlei soorten technologieën. Een ervan is de mobiele telefoon.

Recently "The Economist" recognized this,

"The Economist" heeft dat pas geleden erkend,

but I stumbled upon the idea 12 years ago,

ik had dat idee al 12 jaar geleden,

and that's what I've been working on.

en daar heb ik aan gewerkt.

Ik probeerde 12 jaar geleden in New York investeringsbankier te worden.

So 12 years ago, I was trying to be an investment banker in New York.

We had -- quite a few our colleagues were connected by a computer network.

Best veel collega's waren verbonden door een computernetwerk.

We werden productiever omdat we geen floppy disks meer gebruikten;

And we got more productive because we didn't have to exchange floppy disks;

we could update each other more often.

we konden elkaar vaker op de hoogte houden.

But one time it broke down.

Maar het crashte een keer.

And it reminded me of a day in 1971.

En dat deed me denken aan 1971.

There was a war going on in my country.

Er was toen oorlog in mijn land.

Mijn familie trok weg uit de stad,

And my family moved out of an urban place, where we used to live,

to a remote rural area where it was safer.

naar het platteland waar het veiliger was.

And one time my mother asked me to get some medicine for a younger sibling.

Mijn moeder vroeg me medicijnen te halen voor een jong gezinslid.

And I walked 10 miles or so, all morning, to get there, to the medicine man.

Ik liep 15 kilometer, de hele ochtend, om bij de apotheek te komen.

And he wasn't there, so I walked all afternoon back.

Hij was er niet, dus liep ik de hele middag terug.

So I had another unproductive day.

Dat was dus weer een nutteloze dag.

So while I was sitting in a tall building in New York,

Terwijl ik dus in een groot gebouw in New York zat,

I put those two experiences together side by side,

vergeleek ik die twee ervaringen,

and basically concluded that connectivity is productivity --

en zag dat verbondenheid productiviteit betekent --

whether it's in a modern office or an underdeveloped village.

of het nou in een modern kantoor of in een onderontwikkeld dorp is.

So naturally, I -- the implication of that is

Dat impliceert dat de telefoon een wapen is tegen armoede.

that the telephone is a weapon against poverty.

And if that's the case, then the question is

Als dat zo is, dan is de vraag

how many telephones did we have at that time?

hoeveel telefoons hadden we toen?

And it turns out, that there was one telephone in Bangladesh

Het bleek dat er in Bangladesh één telefoon was op 500 mensen.

for every 500 people.

And all those phones were in the few urban places.

En al die telefoons waren in een paar stedelijke plekken.

Op het enorme platteland, waar 100 miljoen mensen woonden,

The vast rural areas, where 100 million people lived,

there were no telephones.

waren geen telefoons.

Kan je nagaan hoeveel manjaren en -maanden er verspild worden,

So just imagine how many man-months or man-years are wasted,

just like I wasted a day.

net zoals de dag die ik had verspild.

If you just multiply by 100 million people, let's say losing one day a month,

Als je 100 miljoen mensen keer een dag neemt,

krijg je enorm veel verspilde moeite.

whatever, and you see a vast amount of resource wasted.

In arme en rijke landen zijn de dagen evenlang: 24 uur.

And after all, poor countries, like rich countries, one thing we've got equal,

is their days are the same length: 24 hours.

So if you lose that precious resource,

Als je dat kostbare goed verliest

where you are somewhat equal to the richer countries,

dat je evenveel hebt als rijke landen,

that's a huge waste.

is dat een enorme verspilling.

So I started looking for any evidence that --

Ik zocht dus voor een bewijs

dat connectiviteit zorgt voor productietoename.

does connectivity really increase productivity?

Ik kon niet echt veel vinden, maar wel deze grafiek van de ITU,

And I couldn't find much, really, but I found this graph produced by the ITU,

which is the International Telecommunication Union, based in Geneva.

de Internationale Telecommunicatie Unie in Genève.

They show an interesting thing.

Ze laten iets interessants zien.

That you see, the horizontal axis is where you place your country.

Je ziet een horizontale as met je land.

So the United States or the UK would be here, outside.

Dus de VS of het Verenigd Koninkrijk zou hier staan, aan de buitenkant.

And so the impact of one new telephone,

De invloed van een nieuwe telefoon,

which is on the vertical axis, is very little.

dat is de verticale as, is dan erg klein.

But if you come back to a poorer country, where the GNP per capita is,

Maar als je kijkt naar de arme landen,

waar het bnp per inwoner 500 dollar is, of 300 dollar,

let's say, 500 dollars, or 300 dollars,

then the impact is huge: 6,000 dollars. Or 5,000 dollars.

dan is de invloed enorm: 6000 of 5000 dollar.

The question was,

De vraag was,

how much did it cost to install a new telephone in Bangladesh?

hoeveel kostte het om een nieuwe telefoon te installeren in Bangladesh?

It turns out: 2,000 dollars.

Wat bleek: 2000 dollar.

So if you spend 2,000 dollars, and let's say the telephone lasts 10 years,

Dus als je 2000 dollar uitgeeft, en de telefoon gaat 10 jaar mee,

and if 5,000 dollars every year -- so that's 50,000 dollars.

jaarlijks 5000 dollar -- is dat dus 50.000 dollar.

So obviously this was a gadget to have.

Het was dus een onmisbaar apparaatje.

And of course, if the cost of installing a telephone is going down,

Als de installatiekosten lager worden,

because there's a digital revolution going on,

door de digitale revolutie,

then it would be even more dramatic.

zou het nog schokkender zijn.

Ik wist toen al iets van economie --

And I knew a little economics by then --

it says Adam Smith taught us that specialization leads to productivity.

Adam Smith leerde ons dat specialisatie leidt tot productiviteit.

But how would you specialize?

Maar hoe moet je specialiseren?

Let's say I'm a fisherman and a farmer.

Als ik bijvoorbeeld visser ben en boer.

And Chris is a fisherman farmer. Both are generalists.

En Chris is visser en boer. Beide zijn allrounder.

So the point is that we could only -- the only way we could depend on each other,

We kunnen alleen op elkaar bouwen als we met elkaar verbonden zijn.

is if we can connect with each other.

And if we are neighbors, I could just walk over to his house.

Als buren kan ik zo naar zijn huis lopen.

But then we are limiting our economic sphere to something very small area.

Maar dan beperken we ons tot een economisch klein gebied,

But in order to expand that, you need a river,

Om dat uit te breiden heb je een rivier nodig,

or you need a highway, or you need telephone lines.

of een snelweg, of een telefoonverbinding.

But in any event, it's connectivity that leads to dependability.

Maar steeds is het connectiviteit die leidt tot onafhankelijkheid.

And that leads to specialization.

En dat leidt tot specialisatie.

That leads to productivity.

wat tot productiviteit leidt.

So the question was, I started looking at this issue,

Ik ging eens kijken naar deze kwestie

and going back and forth between Bangladesh and New York.

en ik ging heen en weer tussen Bangladesh en New York.

There were a lot of reasons people told me

Mensen gaven me heel wat redenen

why we don't have enough telephones.

waarom we niet genoeg telefoons hebben.

Een ervan is het gebrek aan koopkracht.

And one of them is the lacking buying power.

Poor people apparently don't have the power to buy.

Arme mensen hebben te weinig koopkracht.

But the point is, if it's a production tool, why do we have to worry about that?

Maar als het een productiemiddel is, waarom maken we ons dan zorgen?

I mean, in America, people buy cars,

In Amerika kopen mensen auto's

and they put very little money down.

en betalen niet gelijk het hele bedrag.

They get a car, and they go to work.

Ze kopen een auto en gaan naar hun werk.

The work pays them a salary;

Door hun werk krijgen ze salaris;

met dat salaris kunnen ze geleidelijk de auto afbetalen.

the salary allows them to pay for the car over time.

De auto verdient zichzelf terug.

The car pays for itself.

So if the telephone is a production tool,

Als de telefoon een productiemiddel is,

then we don't quite have to worry about the purchasing power.

hoeven we ons niet zulke zorgen te maken over koopkracht.

And of course, even if that's true, then what about initial buying power?

Als dat waar is, hoezo dan die oorspronkelijke koopkracht?

So then the question is, why can't we have some kind of shared access?

Waarom kunnen we geen gezamenlijke toegang krijgen?

In the United States, we have -- everybody needs a banking service,

In de VS heeft iedereen bankdiensten nodig,

but very few of us are trying to buy a bank.

maar heel weinig mensen proberen een bank te kopen.

So it's -- a bank tends to serve a whole community.

Een bank bedient meestal een hele gemeenschap.

So we could do that for telephones.

Dat kan ook met telefoons.

And also people told me that we have a lot of important primary needs to meet:

Mensen zeggen dat we eerst moeten zorgen voor de eerste levensbehoeften:

food, clothing, shelter, whatever.

voedsel, kleding, onderdak, enz.

But again, it's very paternalistic.

Maar dat is erg bevoogdend.

You should be raising income

Je moet het inkomen laten stijgen

and let people decide what they want to do with their money.

en de mensen laten beslissen wat ze ermee doen.

But the real problem is the lack of other infrastructures.

Maar het echte probleem is het gebrek aan infrastructuur.

See, you need some kind of infrastructure to bring a new thing.

Je hebt infrastructuur nodig om iets nieuws te krijgen.

For instance, the Internet was booming in the U.S.

Het internet heeft zich bijvoorbeeld zo snel uitgebreid in de VS

because there were -- there were people who had computers.

omdat de mensen computers hadden.

They had modems.

Ze hadden modems, telefoonaansluitingen

They had telephone lines, so it's very easy to bring in a new idea, like the Internet.

dan kan je met nieuwe ideeën komen zoals internet.

But that's what's lacking in a poor country.

Maar dat mist juist in een arm land.

So for example, we didn't have ways to have credit checks,

We hadden bijvoorbeeld geen kredietcontroles,

few banks to collect bills, etc.

weinig banken om rekeningen te kunnen innen, enz.

But that's why I noticed Grameen Bank, which is a bank for poor people,

Daarom viel me de Grameen Bank op, een bank voor arme mensen.

and had 1,100 branches, 12,000 employees, 2.3 million borrowers.

Ze had 1.100 filialen, 12.000 werknemers, 2,3 miljoen leners.

And they had these branches.

Ik dacht: op hun filialen plaats ik zendmasten en maak zo een netwerk.

I thought I could put cell towers and create a network.

And anyway, to cut the time short -- so I started --

Kortgezegd -- ik begon dus --

I first went to them and said,

Ik ging erheen en zei:

"You know, perhaps I could connect all your branches and make you more efficient."

"Misschien kan ik uw filialen met elkaar verbinden en efficiënter maken."

But you know, they have, after all, evolved in a country without telephones,

Maar ze zijn ontstaan in een land zonder telefoons,

so they are decentralized. I mean, of course there might be other good reasons,

en zijn dus gedecentraliseerd. Misschien waren er nog andere redenen

but this was one of the reasons -- they had to be.

maar dit was er één van.

And so they were not that interested to connect all their branches,

Ze waren niet geïnteresseerd om hun filialen te verbinden.

and then to be -- and rock the boat.

Ze wilden geen onnodig gedoe.

So I started focusing. What is it that they really do?

Ik vroeg me af wat ze eigenlijk echt doen.

So what happens is that somebody borrows money from the bank.

Het gaat zo: iemand leent geld van de bank.

She typically buys a cow. The cow gives milk.

Ze koopt dan een koe. De koe geeft melk.

And she sells the milk to the villagers, and pays off the loan.

En ze verkoopt de melk aan het dorp en betaalt de lening terug.

And this is a business for her, but it's milk for everybody else.

Dat is handel voor haar maar melk voor iedereen.

And suddenly I realized that a cell phone could be a cow.

Ik realiseerde me dat een mobieltje een koe kan zijn.

Because some way she could borrow 200 dollars from the bank,

Omdat ze met 200 dollar van de bank een telefoon kon kopen voor algemeen gebruik.

get a phone and have the phone for everybody.

And it's a business for her.

En zo heeft ze een onderneming.

So I wrote to the bank, and they thought for a while, and they said,

Ik schreef dus naar de bank, daar zeiden ze:

"It's a little crazy, but logical.

"Het is wel gek maar ook logisch."

If you think it can be done, come and make it happen."

Als je denkt dat het kan, doe het dan maar.

So I quit my job; I went back to Bangladesh.

Ik nam ontslag en ging terug naar Bangladesh.

I created a company in America called Gonofone,

Ik startte in Amerika het bedrijf Gonofone,

which in Bengali means "people's phone."

wat in het Bengaals "telefoon van het volk" betekent.

And angel investors in America put in money into that.

Privé-investeerders in Amerika hebben er geld in gestoken.

I flew around the world.

Ik vloog de wereld rond.

After about a million -- I mean, I got rejected from lots of places,

Na een miljoen kilometer -- ik werd in veel plaatsen weggestuurd,

because I was not only trying to go to a poor country,

omdat ik niet alleen naar de arme landen ging,

I was trying to go to the poor of the poor country.

maar naar de allerarmsten.

After about a million miles, and a meaningful --

Na zeker anderhalf miljoen kilometer vliegen en veel haarverlies, (Gelach)

a substantial loss of hair, I eventually put together a consortium, and --

had ik eindelijk een samenwerkingsverband gevormd

which involved the Norwegian telephone company,

met onder andere de Noorse telefoonmaatschappij,

which provided the know-how,

die de kennis bijdroeg,

and the Grameen Bank provided the infrastructure to spread the service.

en de Grameen Bank zorgde voor de infrastructuur.

To make the story short, here is the coverage of the country.

Om het kort te houden, hier zie je de dekking in het land.

You can see it's pretty much covered.

Je ziet dat het bijna bedekt is.

Even in Bangladesh, there are some empty places.

Zelfs in Bangladesh zie je maar een paar open plekken.

But we are also investing around another 300 million dollars this year

We investeren dit jaar nog eens 300 miljoen dollar

to extend that coverage.

om de dekking te vergroten.

Now, about that cow model I talked about.

Nu over dat koeienmodel.

There are about 115,000 people who are retailing telephone services

Er zijn ongeveer 115.000 mensen die telefoondiensten aanbieden

in their neighborhoods.

in hun omgeving.

And it's serving 52,000 villages, which represent about 80 million people.

Ze bedienen 52.000 dorpen, samen 80 miljoen mensen.

And these phones are generating

En deze telefoons genereren

about 100 million dollars for the company.

ongeveer 100 miljoen dollar voor het bedrijf.

Twee dollar winst per ondernemer per dag, is 700 dollar per jaar.

And two dollars profit per entrepreneur per day, which is like 700 dollars per year.

And of course, it's very beneficial in a lot of ways.

Dat is op allerlei manieren goed.

It increases income, improves welfare, etc.

Het verhoogt het inkomen, verhoogt de welvaart, enz.

And the result is, right now, this company is the largest telephone company,

Deze telefoonmaatschappij is nu de grootste

with 3.5 million subscribers,

met 3,5 miljoen abonnementen

115,000 of these phones I talked about --

en 115.000 van die telefoons.

that produces about a third of the traffic in the network.

Ze zorgen voor een derde van het verkeer over dat netwerk,

And 2004, the net profit, after taxes --

In 2004 was de nettowinst na belasting

very serious taxes -- was 120 million dollars.

-- veel belasting -- 120 miljoen dollar.

And the company contributed about 190 million dollars to the government coffers.

Het bedrijf droeg voor 190 miljoen dollar bij aan de schatkist.

And again, here are some of the lessons.

Nogmaals, hier zijn wat lessen.

"The government needs to provide economically viable services."

"De overheid moet economisch rendabele diensten leveren."

Actually, this is an instance where private companies can provide that.

Dit is een voorbeeld waarbij bedrijven dat kunnen doen.

"Governments need to subsidize private companies."

This is what some people think.

"De overheid moet privé-ondernemingen subsidiëren."

And actually, private companies help governments with taxes.

Dat denken sommige mensen.

Maar privé-bedrijven helpen juist met belasting.

"Poor people are recipients."

"Arme mensen zijn ontvangers."

Poor people are a resource.

Arme mensen zijn een bron.

"Services cost too much for the poor."

"Dienstverlening is te duur voor arme mensen."

Their involvement reduces the cost.

Door hun deelname dalen de kosten.

"Arme mensen zijn niet geschoold en kunnen niet veel."

"The poor are uneducated and cannot do much."

Ze zijn juist leergierig en goede overlevers.

They are very eager learners and very capable survivors.

Ik ben erg verrast.

I've been very surprised.

De meesten leren binnen een dag met de telefoon om te gaan.

Most of them learn how to operate a telephone within a day.

"Arme landen hebben hulp nodig."

"Poor countries need aid."

Al kloppen de ITU-cijfers maar voor 5 procent,

Businesses -- this one company has raised the --

if the ideal figures are even five percent true, this one company

dan verhoogt deze ene onderneming het bnp van het land veel meer

is raising the GNP of the country much more than the aid the country receives.

dan het land aan hulp ontvangt.

Wat ik je probeer te laten zien, is

And as I was trying to show you, as far as I'm concerned,

aid does damages because it removes the government from its citizens.

dat hulp schadelijk is, want het vergroot de afstand tussen overheid en burger.

And this is a new project I have with Dean Kamen, the famous inventor in America.

Dit is een nieuw project samen met Dean Kamen, de beroemde uitvinder uit de VS.

He has produced some power generators,

Hij heeft stroomgeneratoren gemaakt,

which we are now doing an experiment in Bangladesh,

waar we een experiment mee doen in Bangladesh,

in two villages where cow manure is producing biogas,

in twee dorpen waar met koeienmest biogas gemaakt wordt,

which is running these generators.

dat generatoren aandrijft.

And each of these generators is selling electricity to 20 houses each.

Beide generatoren maken stroom voor elk 20 huishoudens,

It's just an experiment.

Het is maar een experiment.

We don't know how far it will go,

We weten niet hoever het zal gaan, maar het loopt.

but it's going on.

Thank you.

Dank je wel.

(Applaus)